„Ik heb eerst zijn open brief gelezen en daarna het verhaal op de voorpagina”, aldus de predikant, een plaatsgenoot van de prins. Sommige dingen kwamen hem bekend voor, andere niet. Hij herinnert zich een documentaire waarbij huisvrienden van de prins aan het woord werden gelaten. „Eentje deed nogal onomwonden uitspraken over buitenechtelijke kinderen van de prins en zei dat iedereen wel wist dat de prins vreemdging. Ik vond dat toen nogal ver gaan en heb me afgevraagd of je zulke uitspraken als losse flodders kunt afschieten zonder enig bewijs te leveren.”

De predikant denkt dat de prins in de loop der jaren danig gefrustreerd is geraakt over de talloze aantijgingen tegen hem. „En nu, op hoge leeftijd gekomen, wil hij nog even zijn gelijk halen. Hij moet wel veel eelt op zijn ziel hebben gekregen om al die aantijgingen te ondergaan.

Het valt me op dat de prins in de open brief met slechts een enkel woord verwijst naar de affaires rond Greet Hofmans en Lockheed, terwijl dat juist de affaires zijn die de huidige generatie zich nog goed herinnert. Daarentegen gaat de prins vooral in op zijn ouders en dan met name zijn moeder. Wie weet dat nog?”

De Baarnse pastor vindt dat de prins wel ver teruggrijpt naar het verleden. „Nou ja, de Tweede Wereldoorlog is nog wel actueel. De prins is natuurlijk op 4 en 5 mei nog altijd in Wageningen in beeld bij de kranslegging en de viering van de bevrijding. Mogelijk heeft het hem altijd erg dwarsgezeten dat hem verraad werd verweten.”

Al met al geeft de prins met de brief uiting „aan een stuk boosheid bij hemzelf.” Ds. Agterhof: „Je ziet vaak dat gekwetste mensen hun recht willen halen bij het volk. Ik heb het idee dat de prins, nu in de laatste fase van zijn leven gekomen, nog een keer in de aanval gaat. Dan heeft hij zijn plicht gedaan en zijn eer gered.”

„Als mensen onrecht wordt aangedaan, willen ze hun recht bij het volk halen”, onderstreept ds. Agterhof. „Maar ze realiseren zich dat het recht nooit bij het volk gehaald kan worden. Ze beroepen zich dan ook vaak op hun positie en status en wat ze allemaal voor goeds hebben gedaan. Dat lees ik vooral in het slot van de brief van de prins”, aldus ds. Agterhof.

Het einde van de brief, waar de prins zich de grootste bedelaar van Nederland noemt, vindt de predikant slap. „Nu wil je nog de positieve kant van je prinszijn neerzetten, denk ik dan.” De predikant vermoedt niet dat de prins nog kerkelijk meelevend is. „Hij is dankbaar en beschouwt het als een kostbaar iets om 92 jaar te zijn, en dat is dan mooi om te horen.”

Zelf is de Baarnse predikant met zijn vrouw eens in Paleis Soestdijk geweest en heeft hij alle vertrekken, uitgezonderd die van prinses Juliana, mogen bekijken. „In de werkkamer van de prins vind je niets wat verwijst naar God of de Bijbel. Wel zie je heel veel olifanten. Op zijn bureau staat een pijporgel van olifantjes. Eén olifantje van 20 centimeter hoog en wel 25 centimeter lang is van puur goud.”