„Prins Bernhard opgelucht na open brief”
Prins Bernhard is opgelucht nadat zijn open brief zaterdag is verschenen in de Volkskrant. Dit zegt oud-directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) Van der Voet, die onderzoek heeft gedaan naar de verhalen die over de prins en zijn familie de ronde doen en deden.
Van der Voet was directeur van de RVD van 1 januari 1983 tot 1 oktober 1995. Hij kreeg voor het onderzoek inzage in het privé-archief van de prins op Paleis Soestdijk en in het Koninklijk Huisarchief in Den Haag. Ook elders stak hij zijn licht op. Hij heeft naar eigen zeggen „globaal een jaar” over het onderzoek naar het verleden van de prins gedaan. „Je bent er niet dagelijks mee bezig, maar meer bij beetjes, nu eens een tijdje niet en dan eens een tijdje wel.”
Toegang tot de archieven was vrij eenvoudig. „Want overal waar ik kwam, kwam ik met de zegen van de prins.” De deuren werden vanzelf voor hem geopend en „zo is dat.” Toen de prins hem het verzoek deed, moest Van der Voet eerst wel „eventjes nadenken. Omdat ik dacht: Hoeveel werk gaat me dit leveren? Ik heb toch ja gezegd omdat ik van mening was dat de prins hiervoor de gelegenheid moest krijgen en omdat ik vond dat het in het belang was van hem en van het Koninklijk Huis.”
De vroegere RVD-directeur onderzocht vier onderwerpen: verhalen over het losbandige leven van de moeder van Bernhard (prinses Armgard), de twee vermeende zonen die Bernhard in Londen zou hebben, de brief die de prins zou hebben geschreven aan Hitler over het landvoogdijschap over Nederland en de beschuldiging dat Bernhard de slag bij Arnhem zou hebben verraden.
Juist op deze terreinen zijn er altijd veel aantijgingen geweest tegen de prins, vertelt Van der Voet. „Diverse mensen hebben er hun fantasie op losgelaten en kwamen met indianenverhalen. Die onderwerpen raakten de prins persoonlijk zeer diep. Iedere keer reageerde hij daar emotioneel op. Dat betrof dan voornamelijk de vermeende brief van de prins aan Hitler, zijn onzorgvuldige houding rond Operatie Market Garden en -vooral- als het over zijn moeder ging.”
De prins rept zijdelings over andere dingen, zoals de affaire-Hofmans en de zaak Lockheed. Heeft het de prins dan minder geraakt dat hij na Lockheed het officiële uniform niet meer mocht dragen? „Kort, maar niet lang”, weet Van der Voet. „Wat betreft de affaire Lockheed, heeft de prins het zeer stom van zichzelf gevonden dat hij zo heeft gehandeld. En daarom vindt hij het logisch dat hij daarvoor een prijs heeft moeten betalen. Maar de aantijgingen over dingen die gewoon niet waar waren, kwetsten hem diep, omdat ze ongefundeerd zijn.
Van der Voet acht de consequenties van de open brief van de prins „niet zo bar groot.” Premier Balkenende heeft de prins de ruimte gegeven en dat past in het beleid dat het kabinet-Kok II al heeft uitgestippeld om leden van het Koninklijk Huis met uitzondering van de Koningin iets meer vrijheid te laten. Ook heeft de prins niets gezegd of geschreven wat de premier inhoudelijk schade kan berokkenen of in verlegenheid kan brengen, aldus Van der Voet. Prins Bernhard toont zich volgens Van der Voet opgelucht. „En ik vind het heel fijn voor hem dat ik dit heb kunnen doen.”