De Friezen (32 procent), Groningers (31 procent), Zeeuwen (29 procent) en Limburgers (27 procent) kennen een of meer Provinciale Statenleden, blijkt uit een enquête van onderzoeksbureau IPSOS in opdracht NOS.

In Zuid-Holland, Flevoland en Utrecht weten negen op de tien ondervraagden geen enkel lid van Provinciale Staten te noemen.

Statenleden zijn voor veel Nederlanders onzichtbaar. Slechts 16 procent van de ruim 3300 ondervraagden in alle provincies kent een Statenlid.

Amper 6 procent noemt de partijen die samenwerken in het college van Gedeputeerde Staten, het provinciebestuur.

Het verdwijnen van voorzieningen als scholen, bibliotheken, winkels en banken in kleine kernen baart 86 procent van de ondervraagde kiezers de meeste zorgen.

Als het aan de ondervraagden ligt, zouden provincies meer geld mogen besteden aan werkgelegenheid, de aanrijtijden van politie, brandweer en ambulances en het verbeteren van openbaar vervoer. Zuid-Hollanders willen dat hun provincie meer geld investeert in fietspaden. In Overijssel klinkt juist een roep om meer autowegen.

Bijna de helft van de ondervraagden geeft aan dat de uitgaven voor cultuur als eerste zou moeten worden aangepakt bij bezuinigingen.

De NOS-enquête is de opmaat naar het debat van twaalf provinciale lijsttrekkers, dat maandagavond om 20.25 uur wordt uitgezonden op NPO 2.