Oppositie Pakistan eist meer onderzoek
Oppositiepartijen in het parlement van Pakistan hebben vrijdag opgeroepen tot een parlementair onderzoek naar de verkoop van Pakistaanse nucleaire geheimen aan een aantal landen door het hoofd van het kernwapenprogramma Abdul Qadeer Khan.
De Pakistaanse Volkspartij zei vrijdag dat zij, ook na de bekentenis van Khan deze week dat hij geheimen en apparatuur heeft verkocht aan andere landen, nog met een reeks vragen zit. De partij vroeg zich af waarom de Pakistaanse inlichtingendiensten en het leger het kernwapenprogramma niet tegen de smokkel hebben beschermd. Ook begreep zij niet hoe Khan atoomtechnologie heeft kunnen verkopen, en met vliegtuigen van het leger heeft kunnen vervoeren, zonder dat de top van het leger en dus de Pakistaanse president en generaal Pervez Musharraf daar iets van afwisten.
Khan en zes van zijn collega’s gaven deze week toe kernwapentechnologie te hebben verkocht aan Iran, Libië en Noord-Korea. Khan, die zijn kennis overigens in Nederland heeft opgedaan, heeft zich daar woensdag publiekelijk voor verontschuldigd.
„De kwestie eindigt niet met de zogenaamde bekentenis van dr. Khan en het zogenaamde pardon van generaal Musharraf”, zei senator Farhatullah Babar van de Volkspartij.
Hij kreeg bijval van de Pakistaanse Moslimliga, die niet gelooft in de oprechtheid van Musharraf. „Hij heeft gewoon geprobeerd een spel te spelen om zichzelf en zijn voorgangers in het leger en de inlichtingendienst te redden”, aldus een woordvoerder.
Volgens een regeringsfunctionaris loopt Khan de kans om onder huisarrest te komen, hoewel arrestatie uitgesloten lijkt. „Khan weet dat hij gevangenisstraf krijgt als hij weer de fout ingaat”, aldus de zegsman vrijdag.
Donderdag besloot president Pervez Musharraf dat Khan niet wordt vervolgd. De atoomgeleerde heeft toegegeven nucleaire informatie naar andere landen te hebben gelekt. Musharraf zei dat Khan fouten heeft begaan, maar dat hij een nationale held blijft.
Khan heeft in dienst van de regering meegewerkt aan het atoomprogramma van Pakistan. Veel Pakistanen zijn hem dankbaar dat hun land daardoor is versterkt. Een landelijke staking ter ondersteuning van Khan liep vrijdag op niets uit. Alleen in Karachi was het een succes. Radicale moslims hadden tot de actie opgeroepen.
Voor de televisie gaf Khan eerder deze week toe dat hij nucleaire geheimen naar andere landen had gesluisd. Hij vroeg „de natie” om excuses en zei dat de regering geen enkele blaam treft. De onderzoeker werd ervan beschuldigd verantwoordelijk te zijn voor het doorspelen van nucleaire gegevens aan Iran, Libië en Noord-Korea.
Een andere anonieme functionaris zei dat Khan in de afgelopen vier jaar zeker 44 maal naar landen als Dubai, Maleisië, Libië en Iran is gereisd. Daar zou hij informatie over nucleaire technologie hebben achtergelaten. Deze handel zou hem veel geld hebben opgeleverd.
Volgens westerse diplomaten en functionarissen van het atoomagentschap deed Khan wellicht niet alleen zaken met Libië, Noord-Korea en Iran, maar ook met verscheidene tussenhandelaren. Een diplomaat stelde dat die tussenpersonen in onder meer Nederland, Duitsland, Maleisië en de Verenigde Arabische Emiraten opereerden.
De oppositie in Pakistan eist inmiddels een parlementair onderzoek naar het schandaal. De kans hierop is minimaal. Musharraf heeft al gezegd dat de Verenigde Naties het nucleair programma van Pakistan niet mogen inspecteren. Wel wil hij samenwerken met de nucleaire waakhond van de organisatie, het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA).
Pakistan zal aan deze instelling echter geen documenten overdragen, aldus de president. Volgens het hoofd van de IAEA, Mohammed el-Baradei, zijn de onthullingen van Khan slechts „het topje van de ijsberg” van de illegale handel in nucleaire zaken.