„Maak afspraken over internetgebruik”
Internetten is leuk, maar kan ook erg gevaarlijk zijn. Vooral voor kinderen. Met die boodschap gaat minister L. J. Brinkhorst morgen, op de eerste Europese dag voor internetveiligheid, de boer op. „De enige oplossing is er met elkaar over te praten en goede afspraken te maken.”
Razendsnel is het wereldwijde web opgekomen. Wat begon als intern informatiesysteem bij de Amerikaanse krijgsmacht staat nu te boek als hét medium van de toekomst. Vooral kinderen tasten de grenzen van de nieuwe mogelijkheden af. „Dat heeft veel positieve kanten”, aldus Brinkhorst, „maar er zitten ook risico’s aan.” Op die risico’s wil de D66-minister (Economische Zaken) ook in Nederland de aandacht vestigen.
Dat doet hij morgen op de speciale dag voor internetveiligheid. Maar breder gebeurt het al door de campagne Surf op Safe (www.surfopsafe.nl) die door het ministerie van Economische Zaken is gelanceerd.
Welke gevaren ziet u?
„In de eerste plaats is er het risico van ongewenste contacten via internet. Denk aan volwassenen die uit zijn op misbruik van kinderen. Of aan kinderen die andere kinderen uitschelden of pesten. Verder kunnen kinderen stuiten op ongeschikte of onjuiste informatie. Ook blijken veel virussen en dergelijke via kinderen binnen te komen, waarbij zij vaak de verleiding niet kunnen weerstaan om bijlagen bij e-mails te openen.”
Hebben ouders voldoende door welke risico’s hun kinderen lopen?
„Dat varieert. Sommige kinderen leren internetten van hun ouders, anderen zouden het aan hun ouders kunnen leren. Maar ook in gevallen waarin ouders denken alles te weten, geven kinderen razendsnel allerlei nieuwe ontwikkelingen aan elkaar door. Voor ouders is dit vaak niet bij te benen. De enige oplossing is er met elkaar over te praten, bijvoorbeeld om ook eens te horen wat er zo leuk is aan internet, en goede afspraken te maken. Vergelijk het met afspraken die ouders met hun kinderen maken over buiten spelen.”
U richt zich vooral op wat de gebruiker zelf kan doen. Moet de overheid niet meer reguleren?
„Het internetgebruik wordt nu eenmaal voor het belangrijkste deel bepaald door de gebruiker zelf en door zijn software. Daar kan dus ook veel worden gedaan om ongewenste aspecten te voorkomen. Verder is het goed te beseffen dat internet een internationaal medium is, wat het erg moeilijk maakt zaken te reguleren. En niet in de laatste plaats is Nederland een land waar het vrij staat om informatie te vergaren. In feite is er niet echt een verschil tussen internet en andere vormen van informatie waarvan ouders hun kinderen willen afschermen, zoals pornografie in tijdschriften, enge films en grof taalgebruik. Wat in het normale leven strafbaar is, zoals inbraak of kinderporno, is op internet ook strafbaar.”
Kun je pornosites niet gewoon verbieden vanwege de ongewenste consequenties?
„Daar is in Nederland geen wettelijke basis voor. Ook pornografie in gedrukte media zou dan verboden moeten worden, en daar is onvoldoende draagvlak voor. Wat we wel doen, samen met het bedrijfsleven en belangengroepen, is werken aan het veiliger maken van internetgebruik. Zo wordt er gewerkt aan een gedragscode voor chatboxen die zich vooral richten op kinderen. Via diverse filterprogramma’s kunnen ouders ook zelf in belangrijke mate bepalen welke informatie kinderen te zien krijgen.”
Je kunt toch ook ongewenste e-mail verbieden en pedofilie via internet vervolgen?
„Kinderporno is een misdrijf en wordt op grond van de wet streng vervolgd. Via welk kanaal zij wordt verspreid, is daarbij in principe niet relevant. Overigens maakt internet wel de verspreiding, maar gelukkig ook de opsporing eenvoudiger. Ongewenste mail, de zogeheten spam, dat is een ingewikkelder verhaal. Op basis van EU-richtlijnen is Nederlandse wetgeving in de maak. Die heeft tot doel te voorkomen dat mensen die dat niet willen toch spam ontvangen.”
Kunt u zich voorstellen dat sommige ouders hun kind helemaal weghouden van internet?
„Ik kan me voorstellen dat ouders dat uit angst voor het onbekende doen. Ik denk alleen dat het niet vol te houden is. Bij vriendjes, op school of in de bibliotheek zullen de kinderen uiteindelijk toch met internet te maken krijgen. Bovendien wordt internet als communicatiemedium, marktplaats en dergelijke een steeds belangrijker onderdeel van de samenleving en de economie. Het structureel uit de weg gaan van internet zou dan ook tot ongunstige kansen in de toekomstige maatschappij kunnen leiden.”
Wat zou u een gezin adviseren dat zich net op internet aangesloten heeft en nog niet goed weet wat het kan verwachten?
„Ik zou dat gezin aanraden zich goed te informeren. Daarnaast kan het erg nuttig en leuk zijn om als ouders samen met de kinderen internet te ontdekken. Surf samen, praat erover en wissel ervaringen uit. Maak als ouders op basis van deze ervaringen goede afspraken met de kinderen en zorg voor de naleving hiervan. Als ouders het op prijs stellen kunnen ze zelfs de cursus ”Mijn kind en internet” doen. Die wordt via de openbare bibliotheken aangeboden.”
Wapent u zichzelf en uw ambtenaren ook tegen de risico’s van internet, bijvoorbeeld via een filter?
„Filters zijn op dit moment nog niet 100 procent effectief. Daarom kunnen ze alleen een aanvullende bijdrage leveren naast andere maatregelen, zoals het maken van afspraken. Bij Economische Zaken hebben we duidelijke richtlijnen voor internetgebruik op de werkplek. Verder heeft iedereen een muismat met praktische tips gekregen.”