Veel Sefardische Joden werden aan het eind van de middeleeuwen vermoord, gedwongen om tot het christendom over te gaan of gemaand te vertrekken. Het Portugese parlement besloot al eerder tot de maatregel, maar dat wachtte nog op uitvoering door het kabinet.

De Joden moeten wel kunnen bewijzen dat ze een historische verbinding met Portugal hebben om de nationaliteit te verkrijgen. Het bewijs kan volgens de regering bestaan uit een combinatie van achternaam, de gesproken taal in de familie of ander bewijs van directe afstamming. Sommige gevluchte Joden bleven in andere delen van Europa of in Amerika nog heel lang een vorm van Portugees spreken. Dat was voornamelijk het geval als er zich complete gemeenschappen van Portugese Joden vestigden. Ook in Nederland bestaat een groep Joden van Portugese afkomst.

De Portugese regering erkent dat Joden al lang in de regio woonden voordat het Portugese koninkrijk in de twaalfde eeuw werd gevestigd.

Momenteel wonen er nog ongeveer duizend Joden in Portugal, voornamelijk Asjkenazi’s met wortels in Oost-Europa. In het verleden moet de Joodse gemeenschap in het land wel tienduizenden leden hebben omvat.

Buurland Spanje nam vorig jaar al een vergelijkbaar besluit. Volgens de BBC wacht dit besluit echter nog op een vervolg om te kunnen worden uitgevoerd.