OM eist tot 14 jaar cel in zaak moord drugsdealer
Officier van justitie P. van Hagen heeft maandag voor de rechtbank in Maastricht veertien jaar gevangenisstraf geëist tegen de 35–jarige Marc C. De officier acht C. verantwoordelijk voor het met voorbedachten rade vermoorden en het spoorloos laten verdwijnen van de Maastrichtse drugsdealer Jean Leclaire. C. zou bovendien schuldig zijn aan handel in verdovende middelen.
Tegen de 34–jarige verdachte Fabiënne J. (Jans), de vriendin van C., eiste justitie zes jaar gevangenisstraf wegens medeplichtigheid en het vervoer van XTC. De 41–jarige drugshandelaar Omar B. (Berzel) is volgens het Openbaar Ministerie eveneens betrokken geweest bij de moord op Leclaire. B. hoorde zeven jaar cel tegen zich eisen. De 19–jarige Marlon K. (Kleynen) moet volgens de officier vier jaar de gevangenis in voor zijn betrokkenheid bij het in brand steken van de woning van Leclaire.
De Maastrichtse drugsdealer staat sinds 17 februari vorig jaar als vermist te boek. Wat er zich precies in de laatste uren van zijn leven heeft afgespeeld, is nog altijd niet duidelijk.
Vast staat wel dat hij in het weekeinde van 8 en 9 februari vastgebonden lag in de kelder van zijn woning en daar werd gemarteld door C. en Carlos S. (Santana), de tweede hoofdverdachte die nog berecht moet worden en zich op zijn zwijgrecht beriep. S. zit in België vast voor een roofoverval.
Leclaire was volgestopt met alcohol, drugs en slaappillen. C., die vanuit de woning van Leclaire drugs dealde, gaf toe dat hij de vastgebonden man sloeg, schopte en over hem urineerde. Hij moest volgens C. en S. een lesje leren, omdat hij klanten lastig viel en verdovende middelen en geld van C. stal.
Twee getuigen verklaarden dat zij de Maastrichtenaar op 13 februari dood in zijn huis, een bekend dealadres, aantroffen. Toen vier dagen later de politie op de hoogte werd gebracht en polshoogte nam, was er geen lichaam meer. Op 25 februari werd er vervolgens brand gesticht in de woning. De politie onderzocht daarop het huis en vond diverse aanwijzingen, zoals bebloede hoeslakens, kussensloop en een tape, die erop duidden dat het slachtoffer vermoedelijk een gewelddadige dood was gestorven.
Het OM sluit uit dat Leclaire versnipperd in de Maas is beland en vermoedt dat hij ergens in België is begraven. Opgravingen op een recreatiepark nabij Turnhout brachten geen uitkomst.
De eis van het OM is grotendeels gebaseerd op belastende verklaringen van J. Zij trok die in een later stadium weer in. Volgens het OM omdat zij bang is dat haar vriend C. op zijn beurt verklaringen aflegt over de 34–jarige Jacques Gerin, de ex–vriend van J. die sinds 20 oktober 2002 spoorloos is verdwenen.
De zaak gaat volgende week maandag verder.