Buitenland

Bush: Onderzoek naar dreiging Irak

De Amerikaanse president Bush laat een onderzoek uitvoeren naar de informatie die de Amerikaanse inlichtingendiensten beschikbaar stelden over de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak. Volgens de inlichtingendiensten beschikte het regime van Saddam Hussein over massavernietigingswapens, wat de regering Bush aanvoerde als het belangrijkste argument om militair op te treden tegen Irak.

Van onze correspondent
2 February 2004 11:26Gewijzigd op 14 November 2020 00:55

Vorige week verklaarde David Kay, tot voor kort chef van het Amerikaanse team wapeninspecteurs dat in Irak naar verboden wapensystemen zoekt, dat Irak bij het begin van de oorlog naar alle waarschijnlijkheid niet over de vermeende wapens beschikte. Hij pleitte voor een onafhankelijk onderzoek naar deze miskleun, wat het Witte Huis aanvankelijk afwees. Maar de afgelopen dagen werd de druk zowel van Democratische kant als van de kant van een aantal prominente Republikeinse partijgenoten van de president zo groot, dat Bush besloot tot een ommezwaai.

Volgens Dan Bartlett, directeur communicatie van het Witte Huis, komt er een commissie van negen personen, Republikeinen, Democraten en onafhankelijke deskundigen. Een van de mensen die in Washington wordt genoemd voor de commissie is Brent Scowcroft, nationaal veiligheidsadviseur van president Bush senior en fervent criticus van de oorlog die diens zoon Bush junior vorig jaar tegen Irak begon. De commissie krijgt een jaar de tijd om de inlichtingendiensten door te lichten en aanbevelingen te doen voor hervormingen die nodig zijn „in het kader van de uitdagingen van de 21e eeuw.”

De Democraten willen meer dan alleen een onderzoek naar de informatieverstrekking van de inlichtingendiensten, de CIA voorop. Zij willen dat ook onderzocht wordt of de regering-Bush informatie van de inlichtingendiensten heeft gemanipuleerd om de oorlog tegen Irak te rechtvaardigen. „Als zij die inlichtingen gemanipuleerd hebben, dan hebben zij zich schuldig gemaakt aan politiek bedrog”, aldus Jay Rockefeller, een prominent Democratisch lid van de commissie inlichtingen van de Senaat, verwijzend naar president Bush en zijn naaste medewerkers.

De Republikeinen geven toe dat er blijkbaar fouten zijn gemaakt. Maar tegelijkertijd willen zij in dit verkiezingsjaar hun president beschermen tegen Democratische aanvallen. Daarom pleit Porter Goss, voorzitter van de commissie inlichtingen van het Huis van Afgevaardigden, voor een onderzoek dat gericht is op de toekomst. „Wij moeten zulke fouten voortaan voorkomen. Het heeft geen zin om naar het verleden te kijken en zondebokken aan te wijzen”, aldus Goss.

In dit standpunt kunnen de meeste Democraten zich niet vinden. „Als iemand verkeerde informatie heeft geleverd of als die informatie door de Republikeinse regering is gemanipuleerd, dan moeten de schuldigen ter verantwoording worden geroepen”, aldus senator John Edwards, een van de Democratische presidentskandidaten.

In Groot-Brittannië wordt de roep om een onafhankelijk onderzoek naar de argumentatie voor de invasie van Irak ook steeds sterker. Volgens opiniepeilingen van The Mail Sunday en van de Sunday Times pleiten respectievelijk 61 en 54 procent van de ondervraagden voor zo’n onderzoek. „Zeker nu de Amerikanen hun onderzoek beginnen, zal de roep hier steeds sterker worden naar een onafhankelijk onderzoek omtrent de argumentatie voor deze oorlog”, aldus Charles Kennedy, leider van de Britse Liberaal Democraten tegenover Sky Televisie. De regering Blair wijst voorlopig elke suggestie voor zo’n onderzoek af.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer