Hadj gaat weer gepaard met ramp
Bij de hadj, de jaarlijkse bedevaart naar Mekka, zijn zondag zeker 244 pelgrims om het leven gekomen. Ze werden onder de voet gelopen tijdens de zogeheten ’steniging van Satan’, een ritueel in Mina vlakbij Mekka. Daarbij zijn de afgelopen jaren ook al honderden doden gevallen.
Nog eens 244 mensen raakten zondag gewond. Acht van hen zijn in kritieke toestand. Volgens de Saoedische hadj–minister Madani duurde de paniek 27 minuten voordat de menigte tot rust kon worden gebracht. Veel van de doden zijn illegale pelgrims. Dat zijn mensen die tijdens de hadj een gewone pelgrimstocht naar Mekka maken, of Saoedi’s die zich niet voor de hadj hebben laten registreren.
Pelgrims die niet aan een georganiseerde reis deelnamen, hadden persoonlijke bezittingen bij zich die voor oponthoud zorgden in de mensenstroom, aldus de minister. Ook zorgden de illegale pelgrims voor obstakels door in eigen tenten of gewoon op de grond te bivakkeren. Volgens hem werd er over een lengte van vierhonderd meter geduwd tegen de mensen voor in de rij.
De 244 doden zijn nog niet naar nationaliteit opgesplitst. Naast de 244 doden door de paniek in de menigte zijn er dit jaar ook weer 272 moslims gestorven aan natuurlijke oorzaken tijdens de hadj.
Tijdens het ritueel in Mina gooien pelgrims zeven stenen naar een stenen pilaar die de duivel symboliseert. Ongeveer twee miljoen mensen dromden zondag samen bij de Jamarat–brug in Mina voor de steniging. Volgens de minister zijn alle nodige veiligheidsmaatregelen genomen en was de menigte urenlang goed onder controle voor het tot de ramp kwam.
De hadj is vrijwel jaarlijks het decor van vertrappingen. De bloedigste gebeurde in 1990, toen 1426 pelgrims werden doodgedrukt in een tunnel.
De Groot–Moefti van Saoedi–Arabië, sjeik Abdulaziz bin Abdullah al–Sheikh, had zaterdag in een preek voor twee miljoen gelovigen het terrorisme veroordeeld. Volgens de hoogste islamitische geestelijke van het koninkrijk zeggen terroristen alleen maar dat zij God dienen, maar zijn in werkelijkheid „des duivels’. Volgens de Groot–Moefti verbiedt de islam onrechtvaardig bloedvergieten.
Het stenigingsritueel verwijst naar Abraham, die de duivel met stenen bekogelde toen die hem ervan wilde weerhouden zijn zoon te offeren. Vervolgens gedenken moslims Abrahams offer door een schaap te slachten. Daarmee is het offerfeest (ied al–adha) begonnen.
Volgens het verhaal in de koran en de bijbel stond Abraham op het punt om in opdracht van God zijn zoon te offeren, toen God dat op het laatste moment verhinderde en een offerdier zond dat hij in plaats van zijn zoon mocht doden.