Britse regering wil nog strengere terrorismewet
De Britse regering wil zelfmoordaanslagen voorkomen door de huidige antiterrorismewetgeving nog strenger te maken. Dat heeft minister van Binnenlandse Zaken David Blunkett maandag bekendgemaakt.
Met de maatregelen die de bewindsman voor ogen heeft, wordt het mogelijk vermeende Britse terroristen te straffen op basis van „mogelijke" schuld. De bewijslast hoeft minder uitgebreid te zijn dan in andere strafzaken. Bovendien moet het proces deels in het geheim gevoerd kunnen worden.
Om dit te bereiken wil Blunkett de antiterrorismewet uit 2000 vermengen met een controversiële wet die na de aanslagen van 11 september 2001 werd aangenomen. Daarin staat al dat buitenlanders die worden verdacht van terroristische activiteiten zonder vorm van proces kunnen worden vastgehouden.
In december oordeelde een parlementscommissie dat de wet uit 2001 discrimineert omdat het alleen buitenlanders betreft. De commissie eiste toen dat deze wetgeving snel werd herzien.
Tegen het persbureau Press Association zei de Labour–minister te hopen dat „na een zinnig debat" de nieuwe maatregelen nog voor de volgende verkiezingen, in 2006, worden aangenomen.
De voorstellen zullen het debat over de controversiële antiterrorismewetten waarschijnlijk weer aanwakkeren. Volgens de directeur van de mensenrechtenorganisatie Liberty Campaigns heeft Groot–Brittannië al „de meest draconische" antiterreurwetgeving van Europa. Een woordvoerder van Amnesty International zei „extreem bezorgd" te zijn over de verdere „erosie" van het recht op een eerlijk proces.