De 23–jarige Australiër Nguyen Tuong Van werd in december 2002 op het vliegveld van Singapore gearresteerd met vierhonderd gram herone in zijn rugzak. Volgens een wet die in 1975 door het parlement werd aangenomen, is een Singaporaanse rechter verplicht voor moord en het vervoeren van meer dan vijftien gram herone de doodstraf uit te spreken. De officier van justitie heeft in de zaak tegen Nguyen ’zoals het hoort’ de doodstraf geëist, waar de rechter de Australiër bij voldoende bewijs toe moet veroordelen.

In een wanhoopspoging om zijn cliënt van de dood te redden heeft Nguyens advocaat Joseph Theseira donderdag bepleit dat het feit dat het parlement een wet heeft ingevoerd die rechters tot het uitspreken van een bepaalde straf verplicht in strijd is met de in de Singaporaanse grondwet vastgelegde scheiding der machten.

‘Als het parlement een verplichte straf invoert voor beaalde vergrijpen, dan is het doel en effect daarvan dat de rechterlijke macht zijn taak om te vonnissen wordt ontnomen’, zei Theseira. Daarnaast noemde hij de uitvoer van de doodstraf in Singapore, door ophanging, ‘wreed, inhumaan en vernederend’.

De officier van justitie sprak tegen dat de door het parlement verplichte doodstraf in strijd is met de grondwet. Volgens hem toont de verplichte doodstraf voor drugssmokkelaars alleen maar aan dat Singapore de drugshandel echt probeert aan te pakken. Hij zei dat de dood door ophanging niet wreed is en wees erop dat dezelfde doodstraf in Maleisië, Japan en een aantal Amerikaanse staten ten uitvoer wordt gebracht.

De rechtszaak tegen Nguyen eindigt vrijdag. Daarna mag de rechter ongeveer een week uittrekken om tot een vonnis te komen. In de afgelopen tien jaar zijn in Singapore ruim vierhonderd terdoodveroordeelden opgehangen. Volgens Amnesty International heeft de stadsstaat daarmee wereldwijd het hoogste aantal executies per hoofd van de bevolking.