Buitenland

Vier keer werelderfgoed in Belgisch Bergen

De naam Guido de Brès lijkt vergeten in Bergen, de Vlaamse stad waar hij in 1522 werd geboren. Maar die ándere prediker –passant uit de Noordelijke Nederlanden– krijgt komend jaar volop aandacht. Bergen zet zich met Vincent van Gogh op de kaart als culturele hoofdstad van Europa.

Rudy Ligtenberg

19 December 2014 21:34Gewijzigd op 15 November 2020 15:21
De Grote Markt van Bergen met het vijftiende-eeuwse stadhuis. Foto Gregory Mathelot
De Grote Markt van Bergen met het vijftiende-eeuwse stadhuis. Foto Gregory Mathelot

Bergen (Mons in het Frans) is een industriestad aan de oostkant van de mijnstreek Borinage in het zuiden van België. In 1879 vestigde Vincent van Gogh zich korte tijd als lekenprediker in het troosteloze gebied. Volgens de streekbewoners lag hij elke avond te huilen om het wrede lot van de mensen daar.

Van zijn plan om evangelist te worden kwam niet veel terecht. Juist in deze periode besloot hij definitief als kunstenaar door het leven te gaan. De stad Bergen grijpt dit omslagpunt aan om in 2015 groots uit te pakken met Van Gogh. In museum Beaux-Arts Mons wordt dit voorjaar de tentoonstelling ”Van Gogh in de Borinage, de geboorte van een kunstenaar” geopend, met ruim zeventig schilderijen, tekeningen en originele brieven van Van Gogh uit verschillende internationale collecties. Daarnaast zijn er werken te zien van kunstenaars die Van Gogh kopieerde of die hem beïnvloedden.

In het plaatsje Colfontaine (voorheen Wasmes) is het huis gerestaureerd waar Van Gogh aan het begin van zijn verblijf in de Borinage woonde. Bezoekers kunnen hier een presentatie over het leven van de kunstenaar in de Borinage bekijken. Het huis in Cuesmes, dat Van Gogh later betrok, is eveneens toegankelijk voor publiek.

Aapje

Bergen heeft zijn imago niet mee. Van een industriestad in een mijnstreek worden niet veel mensen warm. Toch is het maar de vraag of de stad Vincent van Gogh echt nodig heeft om mee te pronken. Bergen heeft een woelig verleden; vaak zat de stad in de hoek waar tijdens de Tachtigjarige Oorlog (en ook later wel) de klappen vielen. Maar de stad herstelde zich na elke slag en verrees steeds mooier en grootser uit de puinhopen. De schitterende Grote Markt met zijn statige panden, klaterende fonteinen en gezellige terrassen kan zich meten met die van Brussel of van Antwerpen. Pronkstuk is het 15e-eeuwse stadhuis met zijn koperen klokkentoren. Ingemetseld in de gevel zit het Aapje van Mons, een beeldje dat hier in de eerste helft van de negentiende eeuw werd geplaatst. Het dier staat bekend als ”le singe du grand garde”, het aapje van de hoofdwachter, en geldt als de mascotte van de stad. In de lokale traditie speelt het beest de rol van geluksbrenger: wie het beeldje streelt en een wens uitspreekt, mag hopen op geluk.

Op het markplein voor het stadhuis hadden in de middeleeuwen executies plaats. Tegenwoordig gaat het er een stuk vriendelijker aan toe: wekelijks wordt er een grote bloemenmarkt gehouden.

Maar Bergen (de directe omgeving meegerekend) heeft met vier vermeldingen op de werelderfgoedlijst van Unesco meer in zijn mars. De eerste bezienswaardigheid springt vanaf de Grote Markt al in het oog: het 87 meter hoge belfort, een zeventiende-eeuwse wachttoren met noodklok. Hij is gebouwd op een strategisch gelegen heuvel waar de stad omheen is gegroeid. Het is het enige belfort in België dat in barokstijl is gebouwd. In de volksmond wordt de toren ”El Catiau” (het kasteel) genoemd.

Vuursteen

Van een heel andere orde zijn de vuursteenmijnen uit de nieuwe steentijd in het even buiten Bergen gelegen Spiennes. Ze beslaan meer dan 100 hectare en bestaan uit twee krijtplateaus die worden gescheiden door de Trouillevallei. In prehistorische tijden werd hier vuursteen (silex) gewonnen. Komend voorjaar opent het bezoekerscentrum Silex’s de deuren. Hier wordt informatie gegeven over de achtergronden van deze belangrijke archeologische plek. Bezoekers kunnen een afdaling maken tot 9 meter onder de grond.

Ook met de mijnstreek waar Vincent van Gogh een tijdlang verbleef, wist de regio de aandacht van Unesco te trekken. Le Grand-Hornu, het voormalige mijnwerkerscomplex even ten zuidwesten van Bergen, is sinds 2012 erkend als werelderfgoed. Hier werd sinds de vroege negentiende eeuw steenkool gewonnen. Behalve de mijninstallaties met bijbehorende gebouwen vallen ook de authentieke arbeiderswijk en de woningen van de bestuurders onder het geheel.

En dan is er nog de ”Ducasse van Bergen”, een folkloristisch feest dat elk jaar plaatsheeft op Drievuldigheidszondag, de eerste zondag na Pinksteren. Op zaterdagavond wordt de schrijn met de relieken van Waltrudis (beschermheilige van de stad) van zijn plek boven het altaar in de monumentale Sint-Waltrudiskerk gehaald. De volgende dag, na de eucharistieviering, wordt de schrijn op de Gouden Koets (een praalwagen uit 1780) gezet voor een processie door de stad. Een priester leest onderweg op strategische plekken het verhaal van het mirakel van Waltrudis voor. De processie eindigt met de beklimming van de helling van Sint-Waltrudis, waarbij (zogenaamd) de heilige Joris de koets voorgaat. Het traject loopt over een smalle weg vol kasseien en met een hellingsgraad van 20 procent. De legende wil dat als de –uiterst zware– Gouden Koets niet in één ruk boven komt de stad in dat jaar met groot onheil krijgt te maken. De bevolking helpt de paarden door de koets mee te duwen.

Gevecht

Bij de processie heeft op de Grote Markt een gevecht plaats tussen Sint-Joris en de draak – een symbolische strijd tussen goed en kwaad. Binnen een halfuur moet Sint-Joris met zijn helpers een enorme draak van riet en paardenmanen een kopje kleiner maken.

Unesco heeft de processie en het gevecht van Sint-Joris in 2005 aangemerkt als immaterieel erfgoed.

Guido de Brès zou het hoofdschuddend hebben aangezien. In artikel 26 van zijn Nederlandse Geloofsbelijdenis schrijft hij: „Zo is dan alleen door een mistrouwen dit gebruik ingevoerd, dat men de heiligen onteert, in plaats van die te eren, doende hetgeen zij nooit gedaan noch begeerd hebben.”


Culturele hoofdstad

Bergens (Mons) is in 2015 samen met Pilsen in Tsjechië culturele hoofdstad van Europa. Het doel hiervan is de rijkdom, de verscheidenheid en de gemeenschappelijke kenmerken van de Europese culturen tot hun recht te laten komen en ertoe bij te dragen dat de burgers van de Europese Unie elkaar beter leren kennen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer