„Deze zaak is veel sterker dan Wilders I”, meent De Roos. De PVV-leider werd in 2011 vrijgesproken van het aanzetten tot haat en discriminatie van moslims en niet-westerse allochtonen en belediging van moslims.

„Toen ging het vooral om verbale aanvallen van Wilders op de religie islam en de Koran. Maar de wet eist dat het gaat om aanvallen tegen groepen”, legt De Roos uit. De uitspraken die Wilders in maart deed, waren volgens de strafrechtgeleerde duidelijk gericht tegen Marokkanen.

„Het had ook iets hetzerigs”, aldus de Roos over de sfeer waarin de uitspraken werden gedaan. Op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen vroeg Wilders de zaal met PVV-kiezers of ze meer of minder Marokkanen wilden. Het publiek scandeerde „minder, minder, minder”, waarop Wilders zei: „dan gaan we dat regelen”. Van dat laatste gaat iets dreigends uit, denkt De Roos.

Het is nog niet goed in te schatten met welke straf de PVV-leider rekening moet houden, mocht de rechter hem schuldig bevinden. Vergelijkbare zaken zijn er volgens De Roos nauwelijks. Hij denkt echter dat een voorwaardelijke straf of een boete in de lijn der verwachting ligt, maar geen daadwerkelijke celstraf.

Min of meer vergelijkbaar zijn wel de antihomo-uitlatingen die de Amsterdamse politicus Delano Felter deed in 2010. „Ik denk dat er te veel homofielen zitten in het bestuur”, had de lijsttrekker van de Republikeinse Moderne Partij gezegd. „Die mensen met die seksuele afwijkingen moeten gewoon eigenlijk bestreden worden door de hetero’s.”

Het OM eiste vorig jaar veertig uur werkstraf en een voorwaardelijke celstraf tegen Felter. Maar het gerechtshof in Amsterdam sprak hem vrij. Uitgerekend deze week besloot de Hoge Raad echter dat het hof de zaak opnieuw moet onderzoeken. Een signaal van de hoogste rechter dat er grenzen zijn aan de vrijheid van meningsuiting voor politici, denken kenners.