Bij twijfel of iemand met het vervoermiddel kan omgaan, moet hij maximaal twee proeflessen volgen. Op deze manier wil de gemeente kunnen beoordelen of hij de scootmobiel verantwoord kan gebruiken in de dagelijkse leefomgeving. Slaagt hij niet voor deze rijvaardigheidstest, dan moet hij kiezen voor een ander vervoermiddel.

Met een scootmobielrijbewijs op zak komen gebruikers in aanmerking voor maximaal drie zogeheten gewenningslessen. Hierbij oefenen ze vaardigheden zoals het wegrijden, remmen, het maken van bochten, het manoeuvreren in toilet of huiskamer en het omgaan met drempels, stoepen en hellingen. Jaarlijks komen ongeveer 1100 mensen in Amsterdam in aanmerking voor een scootmobiel. De gemeente verwacht dat 30 procent lessen zal moeten nemen.

De Algemene Nederlandse Gehandicapten Organisatie reageert sceptisch. „Het is logisch dat een gebruiker instructies en goede begeleiding krijgt”, aldus een woordvoerder. „Maar een verplichting vinden we te kort door de bocht. Er moeten objectieve criteria komen. Het kan niet zo zijn dat iemand die al veertig jaar zijn rijbewijs heeft en gehandicapt raakt, opeens een rijtest voor een scootmobiel moet doen.”

De gemeente Amsterdam hoopt dat gehandicapten na de lessen het vervoermiddel vaker en veiliger gebruiken. Mocht daaraan behoefte zijn, dan wil de gemeente de lessen uitbreiden met het leren rijden met een elektrische rolstoel, een ander elektrisch aangedreven voertuig of een gesloten buitenwagen.