Volgens SAS was er evenmin sprake van een bijna-botsing. „In dit specifieke geval zijn er geen veiligheidsnormen geschonden”, zei een woordvoerder van SAS. Hij schatte in dat er zeker 900 meter tussen de vliegtuigen zat. Het SAS-toestel was opgestegen in de Deense hoofdstad Kopenhagen en ging richting Polen. Boven het zuiden van Zweden kreeg het vliegtuig opdracht om van koers te wijzigen, omdat het Russische militaire vliegtuig in de buurt zou zijn.

De commandant van de Zweedse luchtmacht noemde het incident „vrij ernstig”. Het Russische toestel was niet te zien op de radar van de burgerluchtvaart, omdat het de transponders uit had staan.

In maart kwam een Russisch militair vliegtuig op honderd meter afstand van een passagiersvliegtuig, dat ook in Kopenhagen was opgestegen.

In oktober was Zweden in de ban van een mogelijk vermiste Russische onderzeeër in de Oostzee. Zweedse militairen speurden tot vijftig kilometer voor de kust van Stockholm naar bewijzen voor een buitenlandse onderwateroperatie. Defensie gaf een foto vrij van de plek waarop mogelijk een Russische onderzeeër te zien is, maar loog bewust over waar de foto was genomen. Zweden wilde op die manier andere landen niet wijzer maken, gaf de krijgsmacht later toe.