CU-raadslid geraakt door „heftig” verhaal uitgeprocedeerde asielzoeker
UTRECHT. Hij vroeg in Nederland asiel aan, maar kreeg geen verblijfsvergunning. Vannacht logeerde de uitgeprocedeerde asielzoeker Nebyu (38) bij de Utrechtse CU-fractievoorzitter Van Ooijen. „We hebben tot halfeen, gebogen over een kaart, over zijn vluchtverhaal gesproken”, aldus de politicus.
Van Ooijen en zijn vrouw boden de Ethiopiër onderdak tijdens de Nacht van de Vervanging, die aandacht vraagt voor de situatie van uitgeprocedeerde asielzoekers en illegalen. Het is een initiatief van organisaties die deze groep opvang en begeleiding bieden.
De nacht sloot aan op de Internationale Dag van de Mensenrechten, gisteren. Ook wijzen de initiatiefnemers erop dat het Europees Comité voor Sociale Rechten in Straatsburg precies een maand geleden bepaalde dat Nederland de opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers moet verbeteren.
In Utrecht was CU-fractievoorzitter Van Ooijen een van de vijf inwoners die onderdak boden aan uitgeprocedeerde asielzoekers uit Afghanistan, Ethiopië, Somalië en Armenië.
Waarom deed u mee aan de Nacht van de Vervanging?
„Ik wilde graag eens dieper in gesprek gaan met iemand over zijn vluchtverhaal, zijn verblijf in Nederland en de vraag of hij ook aan terugkeer denkt. Ook vind ik het mooi om op deze manier gastvrijheid te tonen aan iemand die veel deuren in dit land voor zich dicht heeft zien gaan.”
Wie had u te gast?
„Nebyu is een Ethiopiër die in 2005 uit zijn land is gevlucht omdat hij als supporter van een oppositiepartij te maken kreeg met bedreigingen. Via allerlei landen is hij eerst naar Zimbabwe uitgeweken. Later is hij doorgereisd en uiteindelijk in 2012 in Nederland gekomen. We hebben tot halfeen vannacht, gebogen over de kaart, zijn hele vluchtverhaal doorgenomen. Dat was indrukwekkend. Onderweg had hij gebrek aan voedsel, kleding en onderdak. In Nederland is hij zeven maanden geleden uitgeprocedeerd geraakt. Hij verblijft nu in de noodopvang die we in Utrecht al enkele jaren bieden aan kwetsbare groepen.”
Wat raakte u het meest?
„Hij vertelde hoe ze met zo’n vijftien mensen de grens tussen twee Afrikaanse landen moesten passeren in een truck waar plastic zeil overheen was gespannen. Ze hadden geen water en voedsel. De mensen gingen half kapot van de hitte, maar het zeil mocht er niet af. Ik merkte aan Nebyu dat hij het opnieuw voor zich zag en ik dacht: Wat draag je allemaal met je mee. Ik vond het heftig.”
Hij heeft geen verblijfsvergunning gekregen. Hoe beoordeelt u dat?
„Als je zo’n verhaal hoort, vraag je je af: Waarom is zijn asielverzoek afgewezen? Ik begreep dat dit onder meer te maken had met het ontbreken van bepaalde bewijsstukken. Als lokaal politicus ga ik niet op de stoel van de IND zitten. De vraag is wel: Hoe kunnen we deze man alsnog perspectief bieden in zijn leven? Want je kunt hem niet tien jaar lang in een noodopvang laten zitten waar hij alleen maar televisie kan kijken.”
Leverde deze ervaring u nieuwe inzichten op?
„Ik realiseer me nog meer dan voorheen dat uitgeprocedeerde asielzoekers pas echt over hun toekomstperspectief kunnen nadenken als ze een dak boven hun hoofd hebben. Een leven op straat zal hen nooit verder helpen.”