Vlak na de start van de handel in New York stond de Amsterdamse AEX-index 1,7 procent in de min op 420,08 punten. De MidKap leverde 1,1 procent in tot 634,83 punten. De beurzen in Frankfurt, Parijs en Londen zakten 1,8 tot 2,2 procent. In Madrid en Milaan liep het verlies op tot 2,5 procent.

Op de beurs in Athene heerste een ware paniekstemming, waardoor de hoofdindex met 11 procent kelderde. Beleggers schrokken van het vooruitzicht van vervroegde verkiezingen, die mogelijk de radicaal-linkse partij Syriza aan de macht kunnen brengen. Die partij wil alle afspraken met de geldschieters van Griekenland op de helling zetten, waardoor de toekomst van Griekenland binnen de eurozone weer op het spel kan komen te staan.

De beursdag begon al bijzonder negatief, door het verlies van ruim 5 procent dat de beurs in Shanghai noteerde. Die zware min werd toegeschreven aan zorgen over de economische groei van China, die mogelijk onder het door de overheid voorspelde peil blijft.

23 van de 25 fondsen in de AEX stonden in het rood. De grootste verliezen waren daarbij voor de financiële instellingen ING en Aegon, staalfabrikant ArcelorMittal en verfproducent AkzoNobel, die allen bijna 3 procent verloren. Alleen bodemonderzoeker Fugro en digitaal beveiliger Gemalto stonden op winst, met plussen van bijna 1 procent.

De olieprijs zette de neergang van de afgelopen tijd door. De prijs van een vat Brent zakte met 0,5 procent naar 65,86 dollar, terwijl die van Amerikaanse olie met 0,4 procent omlaag ging naar 62,77 dollar per vat. De aandelen Shell en SBM Offshore stonden 1,3 en 0,9 procent in de min.

In Londen raakte Tesco bijna 8 procent aan beurswaarde kwijt en duikelde daarmee naar het laagste niveau sinds 2003. De door een boekhoudschandaal getroffen Britse supermarktketen gaf opnieuw een winstwaarschuwing.

De euro was dinsdagmiddag 1,2390 dollar waard, tegen 1,2295 dollar op maandag.