België in nationale rouw om koningin Fabiola
BRUSSEL (ANP). In België is zaterdag een periode van nationale rouw begonnen vanwege de dood van koningin Fabiola. Tot de staatsbegrafenis aanstaande vrijdag hangen de vlaggen aan overheidsgebouwen halfstok, zo liet het koninklijk paleis weten.
De Belgische ministerraad kwam zaterdag in een speciale zitting bijeen om te spreken over de uitvaart van de Belgische koningin, die vrijdag op 86-jarige leeftijd is overleden in kasteel Stuyvenberg in Brussel. De echtgenote van de in 1993 overleden Belgische koning Boudewijn was sinds 2009 erg verzwakt, na een longontsteking die ze toen had opgelopen. De laatste tijd had ze ook kunstmatige beademing nodig.
Maandag wordt het stoffelijk overschot van Fabiola van kasteel Stuyvenberg naar de kapel van het kasteel van Laken overgebracht. Dinsdag zal het worden vervoerd naar het Koninklijk Paleis van Brussel. Woensdag en donderdag kan het grote publiek dan persoonlijk afscheid nemen van Fabiola.
Het overlijden van de koningin voerde zaterdag de boventoon in de Belgische media. Die typeren haar onder meer als kinderloze koningin en als een doña (Spaanse dame) aan het Belgische hof. Fabiola was afkomstig uit de Spaanse adel en was net als wijlen koning Boudewijn vroom rooms-katholiek.
De Spaanse koning Felipe en zijn vrouw koningin Letizia hebben meteen vrijdagavond in een telegram hun gevoelens van medeleven overgebracht aan de Belgische koning Filip en zijn echtgenote koningin Mathilde. Het gemeentebestuur van Motril in het zuiden van Spanje hield zaterdag een dag van rouw. De in Madrid geboren Fabiola had een vakantieverblijf in Motril.
Zaterdag heeft ook de paus de koninklijke familie van België gecondoleerd met het verlies. De Argentijnse kerkvader noemde Fabiola een trouwe dienaar van God.
De Belgische premier Charles Michel noemde Fabiola zaterdag „een sterke persoonlijkheid” die bijdrage heeft geleverd aan de geschiedenis van België. „Ze zal in onze herinnering blijven als een koningin die dicht bij de burgers stond, vooral bij de zwaksten en de minderbedeelden.”