Netanyahu riskeert verkiezingen met omstreden nationaliteitswet
JERUZALEM. De Israëlische premier Netanyahu heeft een omstreden wet die Israël als de natiestaat van het Joodse volk omschrijft door het kabinet geloodst. Daarmee riskeert hij het uiteenvallen van de coalitie en vervroegde verkiezingen.
De kabinetsvergadering in Jeruzalem verliep zondag nogal tumultueus. De bewindslieden spraken over een wetsvoorstel waarin het Joodse karakter van Israël in een zogenaamde basiswet wordt vastgelegd. De basiswetten vormen samen de alternatieve grondwet voor Israël, dat geen officiële constitutie kent.
Het erkennen van het Joodse karakter is niet nieuw. Dat is al vastgelegd in de Onafhankelijkheidsverklaring van 1948 en nadien in diverse andere wetten bevestigd. Toch willen coalitiepartijen Yesh Atid en Hatnua hun handtekening niet onder het huidige voorstel zetten. De discussie over de omstreden wet ontaardde gisteren met enige regelmaat in schreeuwpartijen.
Het wetsvoorstel is dan ook tamelijk rigoureus. Het Arabisch wordt als officiële taal in Israël afgeschaft. En de positie van Israëlische Arabieren valt min of meer tussen wal en schip. Dat zou volgens critici de weg kunnen openen naar discriminatie, uitsluiting en zelfs ontneming van politieke rechten.
Bovendien bepaalt de wet niet wie wel en niet Joods is. Daarmee wordt bijvoorbeeld de vraag niet beantwoord of de staat Israël ook de staat is van iemand die uit een Joodse vader en een niet-Joodse moeder is geboren.
Toch nam het Israëlische kabinet gisteren de wet met meerderheid van stemmen aan. De ministers Lapid (Yesh Atid) en Livni (Hatnua) stemden tegen. Daarmee is de zaak dus nog lang niet beklonken. Voor woensdag staat een stemming in het parlement over het voorstel gepland. Als Yesh Atid en Hatnua in de Knesset ook tegen stemmen, haalt het wetsvoorstel daar geen meerderheid. Tevens dreigt dan de coalitie uit elkaar te vallen, waardoor premier Netanyahu zich genoodzaakt zal zien nieuwe verkiezingen uit te schrijven.
Vandaar dat er sinds zondagavond koortsachtig overleg tussen de coalitiepartners wordt gevoerd om naar een compromis te zoeken. Een van de maatregelen zou het handhaven van het Arabisch als officiële taal zijn. Lapid en Livni hebben al laten doorschemeren dat zij met een gematigder versie van het wetsvoorstel kunnen leven.
Toen de ministers van de Shaspartij tijdens premier Ariel Sharons eerste termijn als premier tegen de begroting stemden, ontsloeg hij hen op staande voet. Dat heeft Netanyahu niet gedaan. En hoewel er zondag harde woorden vielen, lijken er genoeg politieke uitwegen om nieuwe verkiezingen te voorkomen. Dat zal hoogstwaarschijnlijk betekenen dat de stemming van woensdag in het parlement wordt uitgesteld.
En als er al vervroegde verkiezingen komen is het maar de vraag wie daar politiek garen bij zal spinnen. Dat zouden uiteindelijk Netanyahu en zijn Likudpartij weleens kunnen zijn.