Egyptische kerken steunen IS-slachtoffers
De Egyptische kerken hadden de handen ineengeslagen om slachtoffers van de Islamitische Staat in het noorden van Irak te helpen. Door geldgebrek liggen de werkzaamheden nu echter stil.
Begin augustus escaleerde de situatie in Irak vanwege de opmars van Islamitische Staat (IS). Nadat de beweging in Syrië voor een belangrijk deel was teruggedrongen, verlegden de opstandelingen hun frontgebied naar buurland Irak, waar ze binnen relatief korte tijd enorme gebieden onder hun controle wisten te brengen.
Vooral de enorme wreedheid en het brute geweld waarvan de rebellen zich bedienden, jaagde de bevolking grote angst aan en veroorzaakte een aanzienlijke stroom vluchtelingen in de regio. Boven op de grote aantallen mensen uit Syrië.
De presbyteriaanse evangelische kerk Kasr Dubara Evangelical Church (KDEC) zette samen met een coalitie van Egyptische kerken een noodactie op touw voor de slachtoffers van IS. Door gebrek aan fondsen kunnen de hulpverleners echter voorlopig niet meer op pad.
KDEC stuurde elke twee weken een team van zes dokters en vier andere hulpverleners naar Erbil –de hoofdstad van Koerdistan, een autonome regio in Irak– en naar Dahuk, een stad vlak bij Mosul. Het team voorzag de vluchtelingen van dekens, matrassen, voedsel en medische hulp. Na ruim twee maanden is het ingezamelde geld op, waardoor het team voorlopig niet opnieuw naar Irak gaat. „Het nieuws over de slachtoffers die IS nog steeds maakt is reeds achterhaald. Als het nieuws nog vers is zijn mensen sneller bereid wat te doneren”, aldus ds. Fawzi Khalil, de teamleider en directeur noodhulp van KDEC.
„We hebben weinig middelen vergeleken met organisaties zoals NHCR, maar we deden wat we konden. Toen we begin augustus in Erbil en Dahuk arriveerden, waren we daar de enige aanwezige hulpverleners. Door Gods genade konden we de vluchtelingen helpen”, aldus ds. Khalil.
De benodigdheden werden aldaar gekocht en op straat en in de vluchtelingenkampen onder de mensen verdeeld. „Ik was bij de eerste keer dat ons team erheen ging. Het was verschrikkelijk. We werkten dag en nacht om de mensen op straat te bezoeken”, vertelt ds. Khalil. Inmiddels zijn er meerdere hulporganisaties ter plaatse, maar nog steeds leeft de meerderheid van de vluchtelingen –ongeveer een half miljoen– op straat.
„Mijn gebed is momenteel dat we met Kerst een speciaal feest kunnen organiseren voor de vluchtelingen in het vluchtelingenkamp van de Pinksterkerk in Ankawa, een wijk in de stad Erbil. Hiervoor hebben we nog zo’n 15.000 dollar nodig. In dit kamp verblijven allemaal christenen die uit Mosul zijn gevlucht”, aldus ds. Khalil. Het vluchtelingenkamp is ingericht in en rondom de Pinsterkerk. Overal waar maar plek is zijn tenten opgezet. In de kerk zelf is ook ruimte gemaakt voor de duizenden vluchtelingen.
De verhalen die de Egyptische voorganger heeft gehoord van de vluchtelingen in de kampen en de tallozen op straat zijn zeer aangrijpend. „Een jongen van dertien jaar oud was samen met zijn vriend op de vlucht voor IS. Zonder waarschuwing onthoofdden IS-strijders zijn vriend voor zijn ogen. Hijzelf wist te ontsnappen. Sinds hij hier is gearriveerd beukte hij constant met zijn hoofd tegen de muur. Hij deed niets anders dan steeds met zijn hoofd tegen de muur stoten”, vervolgt ds. Khalil met tranen in zijn ogen.
Naast de hulp die het team van ds. Khalil bood, bood Peter Magdy, de gebedsleider van KDEC, met zijn collega’s geestelijke zorg aan de vluchtelingen. Afgelopen september bezochten zij het vluchtelingenkamp in de Pinksterkerk in Ankawa. „Al voor de opmars van IS waren we betrokken bij de plaatselijke kerken in Erbil. Op hun verzoek gaven we daar vanaf 2003 Bijbelstudies, gebaseerd op het curriculum van de Discipelschap Training School (DTS). Na drie à vier jaar stopten we hiermee en organiseerden we jaarlijks een conferentie”, aldus Magdy. De conferentie ging wegens de situatie dit jaar niet door. In plaats daarvan organiseerden Magdy en zijn collega’s een bidstond.
„Zoals gebruikelijk ging ik een uur van tevoren naar de kerk om alvast mijn spullen in gereedheid te brengen voor de bidstond. Terwijl ik daarmee bezig was, waren er nog steeds vluchtelingen in de kerk die hun geïmproviseerde slaapplaatsen op orde probeerden te brengen. Ik voelde me zo verdrietig. Deze mensen waren rijke mensen geweest met een eigen huis en auto’s. Nu waren ze gedwongen om te slapen in een kerk die is volgepakt met mensen, met nul komma nul privacy. Ik wilde de bidstond afzeggen, maar de vluchtelingen zeiden dat gebed belangrijker is dan privacy”, aldus Magdy.
De bidstond ging door zoals gepland. „Ik voelde me niet op mijn gemak toen we met de aanbiddingsliederen begonnen. Na drie à vier liederen merkte ik tot mijn verrassing dat de vluchtelingen God meer aan het prijzen waren dan wij. De meerderheid van hen zong uit volle borst over Gods goedheid! Ik weet niet wat ik in hun situatie zou hebben gedaan”, vertelt Magdy vol bewondering. Het team van Magdy hoopt in februari alsnog een jongerenconferentie te houden in Erbil.