Werken op de pachtboerderij van opa Kragt
WEZEP. Drie landschapsstichtingen organiseren de verkiezing van het Gelders Boerenerf van het Jaar 2014. Hun achterban koos uit vijf geselecteerde erven eerder dit jaar een top drie. Een vakjury maakt zaterdag de winnaar bekend. Woensdag nummer 2: hoeve Op Vollenhof in Wezep, de Veluwe.
Pachter Eimert Fikse (52) doet de rondleiding, terwijl zijn vrouw Annette (50) zich elders bezighoudt met een achttal cliënten en de zojuist gearriveerde ram. Het tekent de verhoudingen op de hoeve: de heer des huizes doet de bedrijfsvoering, terwijl zijn vrouw de christelijke zorgboerderij runt.
Sinds vier jaar pacht het echtpaar de hoeve van de adellijke families Van Riemsdijk en Van Heeckeren. „Na vertrek van de vorige huurder wilden de families dat de woonboerderij en het wat verpauperde bedrijf weer samen zouden worden benut.”
Diverse geïnteresseerden dienden een plan in, maar het echtpaar Fikse werd uitgekozen. „Waarschijnlijk had ik als kleinzoon van de voormalige pachter Wichert Kragt een streepje voor”, glimlacht Eimert.
Het echtpaar begon in 2010 met de verbouwing van het woongedeelte van de hallenboerderij, bouwde een jaar later de deel om tot vergaderlocatie, de hooizolder tot bed and breakfast en startte in 2012 een zorgboerderij voor mensen met psychische problemen en kinderen met autisme. Eimert: „Het verschil met de andere genomineerde boerderijen is dat hier volop wordt gewerkt.”
Lattenschuur
De hoeve is een onderdeel van het complex Vollenhof. Eimert is ook verantwoordelijk voor het beheer van het naastgelegen huis en koetshuis Op Vollenhof. De rondleiding start in een houten schuur uit 1917. „Om deze lattenschuur is de boerderij in de omgeving bekend”, stelt Eimert. De hoge schuur herbergt de vertrekken voor de creatieve activiteiten van de zorgcliënten en de gebruikelijke boerderijrommel: een mooie oude tractor, een barbecue, een berg gebruikte klompen. Én een houtkachel waarmee binnenkort villa, koetshuis en boerderij worden verwarmd. „Duurzaamheid staat voorop.”
Hier was ook de ruimte waar in de Tweede Wereldoorlog in totaal zestien onderduikers een schuilplaats vonden. „Terwijl opa een praatje maakte met de Duitse soldaten.”
Tegenover de lattenschuur staat een schuur uit augustus 1917, getuige een gevelsteen „Dit is een rijksmonument. Het is de enige schuur van dit soort in Nederland waarvan de karreningang aan de zijkant zit”, zegt Eimert. „Kijk maar, de zoldering is doorbroken. Dit was natuurlijk veel duurder dan het maken van de ingang aan de voorkant.”
Zomereiken en lindes
Achter op het 7,5 hectare grote perceel hebben de Fikses –samen met leerlingen van (v)mbo-school De Groene Welle uit Zwolle, waar Eimert directeur onderwijs is– beukenhagen, meidoorns, zomereiken en lindes geplant. En een boomgaard aangelegd, „op dezelfde plek als waar hij in 1930 stond.” Dat is een belangrijk criterium voor de vakjury: dat de oorspronkelijke beplanting van het erf intact of herkenbaar is.
De aanwezige dieren telden niet mee voor de jury, maar leuk zijn ze wel, de rustige paarden, de Nubische geiten en vooral de grasetende Kune Kunevarkens.
Via een tussendoorgangetje gaat het naar de uit 1722 stammende boerderij met zijn rood-geel-groene luiken, waarvan enkele een verfje kunnen gebruiken. Achterin staan oude boerderijspullen. „Ons eigen museum”, glimlacht Annette. „Als ik me kwaad maak, maak ik het hier zo weer klaar om wat koetjes te houden”, zegt Eimert.
Boven de stal, in de voormalige knechtenkamers en op de hooizolder, zijn de drie kamers voor de bed and breakfast.
Het woongedeelte vertoont nog alle kenmerken van een hallenboerderij. De opkamer is het administratiehokje geworden. De keuken is niet meer in originele staat, maar oogt als een authentieke boerenkeuken. Of de Fikses kans maken te winnen? Eimert: „Ik vind het al leuk dat we bij de eerste drie zijn geëindigd.”