Het slachtoffer, Chea Vichea, gold als een uitgesproken voorvechter van de rechten van arbeiders in de kledingsector. Die is met 210.000 werknemers verantwoordelijk voor 36 procent van de economische activiteiten van het straatarme Aziatische land. De sector, die veel kleding maakt voor westerse merken, geldt als een van de succesvolste na het bloedige drama van de ”killing fields” onder de Rode Khmer in de jaren zeventig.

De vakbondsleider was een aanhanger van de oppositiepartij Sam Rainsy. Hij gaf leiding aan talrijke betogingen voor betere arbeidsomstandigheden. Het motief voor de moord is volgens de politie nog onduidelijk.

Volgens een woordvoerder van een mensenrechtenorganisatie is Vichea al vele malen met de dood bedreigd wegens zijn acties tegen uitbuiting in de kledingindustrie. Volgens het Japanse persbureau Kyodo had hij zich recent beklaagd over het uitblijven van onderzoek naar de herkomst van de dreigementen.