Grond biedt boeren zekerheid
De prijzen van landbouwgrond stijgen in rap tempo. Melkveehouders met uitbreidingsplannen staan in de rij voor vrijkomende percelen. Ook natuurorganisaties melden zich. Nieuw beleid van het Rijksvastgoedbedrijf geeft de grondmarkt een extra duw.
Grond biedt boeren zekerheid
Wie tijdens een autorit op het platteland zijn ogen openhoudt, ziet overal grote nieuwe koeienstallen verrijzen. Binnen is ruimte voor soms wel meer dan 200 of zelfs 300 koeien. Melkveehouders lopen vooruit op de afschaffing van de Europese melkquotering per 1 april 2015. Na meer dan dertig jaar laat Brussel de leiband los.
De Europese ondersteuning van de melkprijs werd al eerder afgeschaft. Boeren moeten tegenwoordig produceren tegen wereldmarktprijzen. Die waren vorig jaar en begin dit jaar historisch hoog en zijn nog steeds goed, al zijn ze de afgelopen maanden duidelijk gedaald. Op langere termijn echter zijn de vooruitzichten voor de internationale zuivelmarkt prima. De vraag naar zuivelproducten trekt aan, onder meer uit Afrika en China. Mensen daar hebben meer te besteden en dat vertaalt zich in een wijziging van het eetpatroon: meer vlees en meer zuivel.
Omdat grotere bedrijven normaal gesproken efficiënter zijn –vaste lasten kunnen immers worden uitgesmeerd over meer liters melk– zet de schaalvergroting in de melkveehouderij stevig door. Volgens het CBS had het gemiddelde melkveebedrijf vorig jaar 49 hectare cultuurgrond, 40 procent meer dan in 2000. Het aantal melkkoeien per bedrijf steeg van 62 in 2001 naar 89 in 2013.
Grondgebonden
De groei van de Nederlandse melkveehouderij dreigt ten koste te gaan van de grondgebondenheid. Dat betekent dat boeren meer koeien houden dan waarvan ze de mest op hun eigen land mogen uitrijden. De overtollige mest verkopen ze aan akkerbouwers of laten ze –in de toekomst– industrieel verwerken.
Dat laatste, mestverwerking, is momenteel een heikel punt. Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) geeft aan deze ontsnappingsroute ruimte in haar wetsontwerp Verantwoorde groei melkveehouderij, waarover de Tweede Kamer zich komende week buigt.
De nieuwe wet kiest 2013 als peiljaar. Melkveehouders die (in de vorm van mest) meer fosfaat gaan produceren dan in dat jaar, moeten meer grond kopen (of pachten), óf het overschot aan mest verwerken. Is de verwerking niet op tijd geregeld, dan heeft Dijksma een stok achter de deur. Ze dreigt dan met de invoering van dierrechten in de melkveehouderij, zoals die ook al bestaan in de pluimvee- en de varkenshouderij. Dat wil de melkveesector voorkomen, omdat (verhandelbare) dierrechten de kosten van bedrijfsuitbreiding fors zullen verhogen.
De politiek dreigt groei van melkveebedrijven uitsluitend op basis van mestverwerking niet te accepteren. Boeren die meer koeien willen houden, moeten ook investeren in grond, vindt een meerderheid in de Tweede Kamer. Boerenorganisatie LTO en de zuivelfabrieken willen de koppeling tussen melkvee en grond trouwens ook in stand houden, maar zij sluiten gedeeltelijke verwerking van het mestoverschot op bedrijven die willen groeien niet uit.
Dijksma houdt voorlopig vast aan de optie van mestverwerking. „Of je nu via grond of via verwerking je mestoverschot kwijtraakt, dat maakt voor het milieu niet uit”, zei ze vorige week in vakblad Boerderij.
Prijzen
Dijksma wil ook niet dat de prijzen van landbouwgrond door druk vanuit de melkveehouderij zo ver oplopen dat de akkerbouw daar last van krijgt. Daarmee raakt ze een gevoelig punt: wat doet de grondprijs? Het lijkt erop dat melkveehouders met uitbreidingsplannen momenteel het zekere voor het onzekere kiezen. Grond die te koop komt, vindt al snel een nieuwe eigenaar. Het Kadaster verwacht dit jaar 6000 transacties, een aantal dat in jaren niet is gehaald.
„Er is veel vraag naar goede grond, zowel voor koop als pacht”, bevestigt voorzitter Arjan van der Waaij van de vakgroep agrarisch & landelijk vastgoed van makelaarskoepel NVM desgevraagd. „Grond geeft zekerheid. Dat speelt mee nu de melkveewet eraan komt. Bovendien is de rente laag en de melkprijs is nog steeds goed.”
De vraag naar grond komt vooral vanuit de melkveehouderij, maar ook vanuit de akkerbouw. Zelfs kleine percelen zijn in trek. De prijzen van landbouwgrond, die de afgelopen tien jaar vrijwel voortdurend in de lift zaten, stijgen dit jaar extra snel (zie grafiek). „Halverwege het jaar raamden wij de gemiddelde prijs voor 2014 op 51.000 euro per hectare, tegen 46.000 euro vorig jaar. Ik kan nu wel zeggen dat de stijging waarschijnlijk nog hoger uit zal pakken”, zegt Van der Waaij.
Veiling
Nieuw beleid van het Rijksvastgoedbedrijf zorgt voor extra onrust op de agrarische grondmarkt. Vrijkomende pachtgrond gaat voortaan naar de hoogste bieder. Boeren zijn bereid diep in de buidel te tasten.
Het Rijksvastgoedbedrijf is een onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken, dat grond en gebouwen die in eigendom zijn van de overheid beheert. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft, onder meer in Flevoland, ruim 40.000 hectare landbouwgrond in (erf)pacht uitgegeven aan boeren. Vanouds biedt de wet pachters bescherming. De pachtprijs die zij betalen mag slechts binnen bepaalde grenzen worden verhoogd. Sinds 2007 is er een nieuwe vorm van pacht mogelijk, de zogenoemde geliberaliseerde pacht, waarbij die bescherming veel minder stringent is. Het Rijksvastgoedbedrijf maakt daar nu gebruik van.
Gronden die vrijkomen van reguliere pacht geeft het bedrijf voortaan uit in geliberaliseerde pacht. Dat gebeurt via een openbare inschrijving. Iedereen kan daar aan meedoen en aangeven hoeveel pacht hij jaarlijks voor de grond wil betalen. Deze procedure is nu standaardbeleid, bevestigt een woordvoerder van het Rijksvastgoedbedrijf. „Daar hebben we twee redenen voor: iedereen heeft een faire kans en het levert voor het Rijk, en dus de belastingbetaler, de maximale opbrengst op.”
De eerste echte veiling, na een geslaagde proef vorig jaar, vond in september plaats. Het Rijksvastgoedbedrijf bood elf kavels landbouwgrond aan met een gezamenlijke oppervlakte van 350 hectare. Het hoogste bod was ruim 2700 euro per hectare (per jaar) voor een perceel bij Bant, in de Noordoostpolder. Tot nu toe betaalde de gebruiker van deze grond nog niet de helft daarvan, namelijk 1250 euro. Ook de andere kavels brachten fors hogere pachtprijzen op dan voorheen onder reguliere pacht werden betaald.
Onrustig
De gevolgen laten zich raden. Zittende pachters worden onrustig en vrezen dat ook hun pachtprijs op den duur omhoog zal gaan. Makelaars merken dat de vraag naar koopgrond sinds de openbare veiling is toegenomen. Johan van der Slikke, makelaar in de Noordoostpolder, bevestigt dat. „Pachters zijn bang dat reguliere pacht straks ook duurder wordt. Bij de huidige lage rente wordt het aantrekkelijk om te kopen.”
Maar er komt maar mondjesmaat grond te koop. Bovendien heeft de veiling ook een tegenbeweging op gang gebracht, stelt Van der Slikke. „Ik heb al transacties gedaan voor particulieren, voormalige boeren in dit geval, die weer grond willen kopen. Die hebben die hoge biedprijzen ook gezien. Uitgifte van grond in geliberaliseerde pacht brengt meer op dan je geld op de bank zetten.”
NVM-voorman Van der Waaij verwacht dat andere grondeigenaren het voorbeeld van het Rijksvastgoedbedrijf gaan volgen. Kerken bijvoorbeeld, waarvoor hij zelf als rentmeester nogal wat grond beheert. „Ik zal mijn opdrachtgevers in ieder geval adviseren om een openbare inschrijving te overwegen als er grond bij ze vrijkomt. Kerken geven de eigen leden weliswaar voorrang, maar vinden het ook redelijk dat ze een marktconforme pachtprijs ontvangen.”
Pachter van luchtvaartlab dreigt grond kwijt te raken
Natuurontwikkeling legt doorlopend een claim op landbouwgrond. Een project dat momenteel in de steigers staat, is de aanleg van nieuwe natuur op grond van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) in Marknesse (zie kader ”Nieuwe natuur in Flevoland”). Het NLR doet onderzoek voor de luchtvaartindustrie en heeft in de polder een testlocatie met een forse lap grond eromheen. Het grootste deel van die grond gebruikt het NLR niet; die wordt jaarlijks verpacht aan boeren uit de omtrek. Een van hen is Harm Ziel uit Ens.
Ziel (50) is melkveehouder en akkerbouwer. Van de 51 hectare grond die hij in gebruik heeft, pacht hij er 24 van het NLR. De relatie met ”het lab” is al oud. „Mijn vader pachtte er al 6 hectare toen ik een jaar of 12 was. De grond was toen nog eigendom van Domeinen” (voorloper van het huidige Rijksvastgoedbedrijf, TR).
Nee, hij wil eigenlijk geen kwaad woord kwijt over het NLR. „Ze hebben ons altijd goed behandeld. We hebben nooit problemen gehad. Toen ze een paar jaar geleden de pachtprijs wilden verhogen, bleef die beperkt omdat we konden uitleggen dat het niet zulke beste grond is, althans niet het stuk dat ik in gebruik heb. Dat is zand op leem en erg gevoelig voor verdroging.”
Opgezegd
Toch was het voor Ziel een koude douche toen hij en de twaalf andere gebruikers van NLR-grond vorige week te horen kregen dat de pacht binnen afzienbare tijd mogelijk wordt opgezegd. De grond is helemaal in zijn bedrijfsvoering geïntegreerd en belangrijk met het oog op de toekomst.
„We melken nu zo’n 45 koeien. Als volgend jaar de melkquotering eindigt, wil ik eigenlijk doorgroeien naar 80 stuks. Onze zoon, die nu nog middelbaar landbouwonderwijs volgt, wil mij te zijner tijd opvolgen. Ik wil dat het bedrijf dan klaar is voor de toekomst”, vertelt de veehouder.
Als Ziel de NLR-grond kwijtraakt, zal hij moeten intensiveren: meer koeien houden per hectare. In de omgeving komt namelijk zelden vervangende grond vrij en grond die te koop komt, is schreeuwend duur. Uit gegevens van het Kadaster blijkt dat voor goed (bouw)land in de polder wel 80.000 tot 90.000 euro per hectare wordt betaald. Met koeien melken is dat niet terug te verdienen. Intensiveren dus. „Tachtig koeien op 27 hectare, dat betekent dat ik ze binnen moet houden en alleen maar gras maaien. Maar dat wil ik eigenlijk niet. Ik geniet er altijd van als de koeien in het voorjaar naar buiten gaan. Dan zie ik ze springen en ruik ik het gras. Voor mij is dat de mooiste dag van het jaar.”
Emoties
Bij een informatiebijeenkomst voor de boeren op het NLR kwamen de emoties los. Ziel: „De mensen van het NLR schrokken toen ze erachter kwamen hoe belangrijk de grond voor onze bedrijven is. We hebben gevraagd waarom ze de grond niet aan ons hebben aangeboden, of aan het Rijksvastgoedbedrijf, zodat dat de grond aan ons kan blijven verpachten. Ik vind dat het NLR en ook de staat daar een zekere morele verplichting toe hebben.
Die grond is voor alle boeren belangrijk, ook als het maar 10 procent van je bedrijfsoppervlakte betreft. Als boer leef je van je grond.”
Tekenend in dit verband is dat het bij Flevoland ingediende projectvoorstel vermeldt dat het Rijksvastgoedbedrijf het recht van eerste koop van de NLR-gronden heeft. Dit voorkeursrecht is zelfs een van de hobbels die genomen moeten worden om het project te kunnen uitvoeren.
Michel Brouwer, projectleider nieuwbouw en renovatie bij het NLR, bevestigt dat hij vorige week verrast werd door het belang dat de boeren bij de grond hebben. „Het gaat om 126 hectare en 13 pachters. Gemiddeld dus nog geen 10 hectare per pachter. We hadden niet verwacht dat het zo belangrijk voor ze zou zijn.”
Nee, het NLR heeft niet overwogen de grond aan de boeren te verkopen. Brouwer: „We willen de grond het liefst in één transactie aan één partij verkopen, tegen een marktconforme prijs. Met Natuurmonumenten waren we al in gesprek over een deel van de grond. Toen begin dit jaar bij de provincie Flevoland ideeën konden worden ingediend voor het programma Nieuwe Natuur hebben we dat samen met Natuurmonumenten gedaan.”
Overigens is het nog niet zeker dat het project wordt uitgekozen. Flevoland neemt daar in december een beslissing over. Als die negatief is voor het NLR, ontstaat er een nieuwe situatie. „Zeker is dat we het geld nodig hebben voor onze nieuwbouwplannen”, zegt Brouwer.
Tegenstrijdig
Ziel vindt dat er in het natuurbeleid een tegenstrijdigheid zit. „Als ze de grond die wij nu nog gebruiken omzetten in natuur, is dat dan winst? Je moet wel bedenken dat als wij onze bedrijven dan moeten intensiveren, dat ten koste gaat van de natuurwaarden op ons eigen land.”
De veehouder hoopt dat de soep niet zo heet gegeten wordt als hij nu wordt opgediend. „Misschien kunnen ze me via het Rijksvastgoedbedrijf toch nog aan vervangende pachtgrond helpen. Volgend jaar mag ik de NLR-grond in ieder geval nog gebruiken, de nieuwe pachtovereenkomst is net de deur uit. Maar ik hoop dat ze de zaak niet jarenlang laten voortslepen. Dat geeft alleen maar onzekerheid.”
Nieuwe natuur in Flevoland
Het Oostvaarderswold had een robuuste verbindingszone moeten worden tussen de Oostvaardersplassen in Flevoland en de Veluwe. Vier jaar geleden besloot staatssecretaris Bleker (Natuur) er geen overheidsgeld meer voor beschikbaar te stellen. De provincie wilde het plan aanvankelijk toch doorzetten, maar twee jaar geleden haalde de Raad van State er definitief een streep door omdat de financiering rammelde. Vorig jaar zag de provincie ook af van een doorstart op kleinere schaal.
Inmiddels was al wel 800 hectare landbouwgrond aangekocht. Die grond is in handen van de provincie, stichting Het Flevo-Landschap en Staatsbosbeheer. Een deel van de grond gaat nu terug naar de landbouw. Het geld dat de verkoop ervan oplevert, gaat Flevoland besteden aan de aanleg van nieuwe natuur op andere plekken in de provincie. Voor dit zogeheten programma Nieuwe Natuur kon begin dit jaar iedereen ideeën inleveren. In december besluit de provincie welke projecten uitgevoerd gaan worden.
Natuurmonumenten en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) hebben samen een plan ingediend om 150 hectare landbouwgrond bij Marknesse die nu nog eigendom is van het NLR, om te vormen tot natuurgebied. Dit gebied moet het Voorsterbos en het Waterloopbos in het zuidoosten van de Noordoostpolder verbinden met het Nationaal Park Weerribben/Wieden in de Kop van Overijssel. De bedoeling is dat het NRL de grond verkoopt aan Natuurmonumenten. Met het geld dat dit oplevert, wil het NRL nieuwbouw plegen.