Buitenland

Een islamitische reformatie

Met de opkomst van de Islamitische Staat (IS) is het gezicht van het Midden-Oosten in één klap ingrijpend gewijzigd. Met het beruchte Sykes-Picotverdrag uit 1917 werden de Arabische regio’s van het Osmaanse kalifaat herverdeeld en werden er nieuwe politieke grenzen getrokken die nieuwe Arabische natiestaten geografisch moesten afbakenen. Met de stichting van zijn kalifaat heeft IS dit Sykes-Picotverdrag opgeblazen, en impliciet wordt dit door het Westen reeds erkend.

Martin Janssen
3 November 2014 21:00Gewijzigd op 15 November 2020 14:05
Christenen in het Midden-Oosten zijn in groten getale voor het aanhoudende geweld op de vlucht geslagen. beeld EPA
Christenen in het Midden-Oosten zijn in groten getale voor het aanhoudende geweld op de vlucht geslagen. beeld EPA

In Irak immers worden vooral de Koerden bewapend, terwijl het Westen zijn hoop in Syrië heeft gevestigd op een onduidelijke alliantie van tot gematigd verklaarde oppositiebewegingen. De officiële regeringen in Bagdad en Damascus lijken hierbij grotendeels buitenspel te staan omdat de realiteit bepaalt dat deze regeringen de controle zijn kwijtgeraakt over een groot gedeelte van hun respectievelijke grondgebied. Zowel Bagdad als Damascus bestuurt gebieden die in het beste geval als rompstaten kunnen worden omschreven. Dit is de grootste omwenteling in het Midden-Oosten sinds het Sykes-Picotverdrag van 1917, dat deze beide staten juist in het leven riep.

In het Westen leeft de hoop dat het nieuw opgerichte islamitische kalifaat van kalief Ibrahim uiteindelijk uit zichzelf zal imploderen, maar tot op heden wijzen alle meters in een andere richting. De Libanese sjiitische Hezbollahbeweging wordt vooral door critici vaak een staat binnen de Libanese staat genoemd en ontwikkelde zich van een gewapende militie tot de best gestructureerde organisatie in Libanon. Op de korte termijn lijkt dit ook de toekomst van de Islamitische Staat van Abu Bakr al-Baghdadi te zijn: een islamitische staat binnen de Syrische en Iraakse staat.

Met de vestiging van het kalifaat in het hart van de Arabische wereld heeft IS definitief het politieke gezicht van het Midden-Oosten veranderd. Op deze constatering volgt echter een vraag waarop het antwoord zo mogelijk nog belangrijker is. De vraag namelijk of IS ook het gezicht van de islam heeft veranderd. Het is een vraag die in de Arabische wereld zowel christenen als moslims bezighoudt.

Scherp gepolariseerd

Ik woonde enkele weken geleden een vergadering bij van het bestuur van een kerkelijke gemeente in de Jordaanse hoofdstad Amman. IS in al zijn manifestaties bepaalde vrijwel de gehele agenda op die gedenkwaardige avond, en mij werd als uitgenodigde buitenstaander de verrassende vraag gesteld of ik dacht dat IS het begin van het einde van de islam zou inluiden. Christenen in Jordanië hebben als minderheid van hooguit 3 procent uiteraard dagelijks contact met moslims die ze ontmoeten in de werk- en privésfeer. Ik bemerkte al spoedig waar die vraag over de toekomst van de islam vandaan kwam.

IS heeft de wereld van de soennitische islam scherp gepolariseerd. Voor- en tegenstanders van IS staan momenteel vaak onverzoenlijk tegenover elkaar. Deze scheidslijn loopt veelal dwars door islamitische families – met alle pijnlijke gevolgen van dien. Enkele dagen na de genoemde kerkelijke bijeenkomst bevond ik me in het gezelschap van een tiental goed opgeleide moslims. Ook hier was IS het enige gespreksthema en deze groep van Jordaanse moslims kwam tot een unanieme constatering. Ze waren ervan overtuigd dat IS was opgericht door het Westen en de Israëlische Mossad met slechts één doel: ervoor zorgen dat moslims hun eigen religie zouden gaan verafschuwen.

Zij bleken zich hier grote zorgen over te maken omdat zij oprecht de mening waren toegedaan dat IS niets met de islam te maken had. De islam was immers een godsdienst van vreedzame en broederlijke co-existentie, zoals ook allerlei westerse leiders als de Britse premier Cameron en de Amerikaanse president Obama voortdurend herhalen.

Maar hoe valt deze geruststellende gedachte te rijmen met het feit dat uit onderzoeken blijkt dat in vrijwel alle Arabische landen een meerderheid van de moslims vindt dat IS wel degelijk de ”echte” of juiste islam vertegenwoordigt? Koploper hierbij was Saudi-Arabië, waar ruim 92 procent van de ondervraagde moslims te kennen gaf dat de praktijken van IS volkomen in overeenstemming waren met de islamitische sharia. Representeert IS dan toch het nieuwe gezicht van de soennitische islam waar de wereld in de 21e eeuw mee zal worden geconfronteerd?

Kanttekening

Vooral sinds de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten in 2001 zijn er talloze artikelen verschenen waarin werd gesteld dat de islam een hervorming of reformatie ontbeerde. Deze stelling gaat er a priori vanuit dat alle godsdiensten uiteindelijk gelijke ontwikkelingen doormaken. In deze visie zou de islam, die zes eeuwen na het christendom ontstond, noodzakelijkerwijs eveneens een hervorming ondergaan. Hierbij kan tevens de kanttekening worden gemaakt dat veel voorstanders van deze theorie met de reformatie van de islam feitelijk een secularisering van de islam bedoelen.

De christelijke Reformatie van de 16e eeuw schoof eeuwenoude kerkelijke tradities opzij en keerde terug naar de Bijbel als enige bron van autoriteit. De islam kent echter drie bronnen van goddelijke autoriteit die gelijke waarde hebben voor moslims. Het zijn de Koran, de profetische tradities en de biografie van het leven van de profeet Mohammed. Zonder de laatste twee bronnen zouden veel passages in de Koran duister en onbegrijpelijk blijven.

Naarmate de islam zich door de eeuwen heen ontwikkelde, zou er een rijk geschakeerd mozaïek ontstaan van bijvoorbeeld verschillende rechtsscholen en mystieke soefi-ordes. Vooral de laatste zouden in het leven van veel moslims een speciale plaats gaan innemen. Zij moedigden het bezoeken van de graven van overledenen en heiligen aan en boden met hun vaak mystieke rituelen troost aan de gelovigen.

De islamitische reformatie begon in de 18e eeuw met Mohammed ibn Abd al-Wahab, naar wie het latere wahabisme werd genoemd. Wahab schoof alle islamitische rechtsscholen opzij. Hij verketterde veel islamitische praktijken en tradities, zoals het bezoeken van graven, wat voor hem gelijkstond aan afgoderij. Zelfs de onder moslims geliefde viering van de geboortedag van de profeet Mohammed kon in zijn ogen geen genade vinden, omdat hij hierin een imitatie zag van de christelijke verering van Jezus.

Geëxecuteerd

Een strikt monotheïsme, dat uitsluitend gebaseerd was op de Koran en de profetische tradities, werd de kern van zijn leer. Iedere moslim die weigerde zijn leer te aanvaarden, werd tot ongelovige verklaard en diende te worden geëxecuteerd. Wahab werd hiermee een voorloper en de belangrijkste exponent van het salafisme, dat uitsluitend de woorden en daden erkent van de Koran en de eerste generaties moslims.

Dit wahabisme zou na 1920 geïnstitutionaliseerd worden in de nieuwe staat Saudi-Arabië, waarna een wereldwijde ‘wahabisering’ van de soennitische islam begon.

Dit wahabisme of salafisme vormde de belangrijkste hervorming of reformatie binnen de soennitische islam van de afgelopen eeuwen. Het predikte een terugkeer naar de bronnen van de islam, maar de uitkomst van deze islamitische hervorming verschilt hemelsbreed van de christelijke Reformatie omdat de bronteksten van beide godsdiensten –de Koran en de Bijbel– totaal verschillen.

In de gebieden waar IS de dienst uitmaakt behoren de boeken en teksten van Wahab tot de verplichte literatuur. IS is de vrucht die het wahabisme heeft gebaard. Dat verklaart waarom 92 procent van de Saudiërs geen verschil tussen beide kan ontdekken.

Sinds de Iraanse revolutie van 1979 wordt de wereld geconfronteerd met een revolutionaire versie van de sjiitische islam die de eeuwenoude piëteit heeft verlaten. Met het wahabisme ontstond een geradicaliseerde versie van de soennitische islam waarvan de IS het zichtbare gelaat is geworden.


De dood is overal

In het hele Midden-Oosten, maar vooral in de landen die onmiddellijk aan Syrië en Irak grenzen, heerst momenteel een sfeer van angstig afwachten. Vooral de christenen, die zichzelf beschouwen als de zwakste schakel, gaan gebukt onder een existentiële onzekerheid. Zij vragen zich af hoeveel erger het nog kan worden.

In de periode voor de burgeroorlogen in Syrië en Irak vreesden veel christenen in het Midden-Oosten dat er wellicht geen toekomst was voor hun kinderen en kleinkinderen in hun Arabische vaderlanden. Diezelfde ouders en grootouders zijn er momenteel echter niet langer zeker van dat zijzelf uiteindelijk niet zullen worden gedwongen tot emigratie. Deze beklemmende onzekerheid leidt in de praktijk vaak tot gevoelens van zowel passiviteit als agressiviteit.

Pater Halemba, die namens de organisatie Kerk in Nood onlangs Irak bezocht, weet deze situatie goed te verwoorden. Hij vertelt dat hij al veel crisisgebieden heeft bezocht, maar dat zijn bezoek aan de christenen in Irak het meest tragische was wat hij ooit had meegemaakt. „Vrouwen keken me aan met lege blikken en staarden de hele dag in het niets. Hun tranen waren opgedroogd. De mannen leken naar agressiviteit te neigen. Velen van hen waren de afgelopen jaren al drie of vier keer gedwongen om op de vlucht te slaan. Ze hebben alles verloren. Ze zitten zonder werk en hebben het gevoel dat ze hun familie niet langer kunnen beschermen.”

Halemba bevestigt dat de christenen noch door de Iraakse regering, noch door de Koerdische worden geholpen. De Iraakse christenen voelen zich door iedereen verlaten. „In hun bitterheid hierover herinneren ze zich de afschuwelijke bloedbaden in de Osmaanse periode een eeuw geleden. Daarom zijn ze zo boos.”

De dood lijkt vaak de enige constante te zijn. Dat wordt op bijna lugubere wijze omschreven door Samir Nasser, de maronitische bisschop van Damascus. Nasser zag in Damascus de afgelopen jaren het aantal doopplechtigheden en huwelijken constant dalen, „maar het enige wat voortdurend stijgt is het aantal begrafenissen. Geld dat gereserveerd was voor de bouw van een nieuwe school wordt nu aangewend om ons kerkhof uit te breiden.”

De dood loert overal. Nasser: „In Damascus zijn er vele manieren waarop je kunt sterven. Christenen sterven dagelijks als gevolg van bombardementen, kogels van sluipschutters of door ondervoeding. Buitenshuis kun je gewond raken door een bom die ontploft en vervolgens sterven door gebrek aan medische behandeling. De ziekenhuizen hebben vrijwel geen medicijnen meer.”

De maronieten hebben in Damascus al drie kerken gesloten omdat alle gelovigen op de vlucht zijn geslagen. Bisschop Nasser spreekt de vrees uit dat er binnenkort geen enkele kerk meer zal zijn in Damascus.

Hoe zal de toekomst van het christendom eruit zien in Syrië? De begin dit jaar in Homs vermoordde Nederlandse pater Van der Lugt hield zich reeds jaren met deze vraag bezig. In 2011 en 2012 onderhield ik een intensief e-mailcontact met deze pater die al 45 jaar in Homs woonde maar in 2012 gefrustreerd moest toezien hoe 80.000 christenen gedwongen werden de christelijke wijken in Homs te verlaten.

Gewapende groeperingen hadden in februari 2012 de macht in de christelijke wijken Bustan Diwan en Hamadiyya overgenomen, waarna een christelijke exodus op gang was gekomen. „Hun huizen”, schreef de pater, „die ze leeg achterlieten, zijn daarna voor een groot deel bezet door het Vrije Syrische Leger. We maken momenteel een uittocht mee van christenen. De soldaten van het Vrije Syrische Leger laten nu ook hun vrouwen en kinderen overkomen en steeds meer huizen van vertrokken christenen worden nu bezet door de families van deze soldaten. We kennen onze wijken niet meer terug.”

Pater Van der Lugt besloot in Homs te blijven, maar dwalende door de straten van de christelijke wijken was hij bezig met de toekomst van het christendom in Syrië. Van de oorspronkelijke 80.000 christenen in deze wijken waren er uiteindelijk nog slechts 23 over die om verschillende redenen niet konden of wilden vertrekken. Symboliseerde deze dramatische situatie de toekomst van het christendom in Syrië? In een e-mail liet pater van der Lugt hier zijn gedachten over gaan.

In het algemeen werd het aandeel christenen in Syrië op 10 procent van de totale bevolking geschat, maar volgens de pater was dit eerder 5 procent. „Qua percentage zal het met de christenen wel steeds meer bergafwaarts gaan. Veel christenen emigreren of willen emigreren. Zullen er over vijftig jaar nog christenen zijn in het Midden-Oosten? Momenteel wordt hier veel over gesproken. Sommigen vinden die christenen maar laf omdat ze achter een dictatoriale regering staan om bescherming te zoeken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer