Donderdag waren er harde confrontaties tussen jonge Palestijnen en de Israëlische politie, nadat agenten een 32-jarige Palestijn hadden gedood die de ultrarechtse Israëlische activist had neergeschoten.

De spanningen rond de Tempelberg zijn zo hoog opgelopen dat de vrees bestaat voor een nieuwe Palestijnse opstand.

De Tempelberg in Oost-Jeruzalem werd na de moordaanslag op de joodse activist Yehuda Glick op woensdagavond afgesloten voor alle publiek. Glick eist voor joden het recht om op het heiligdom te bidden. De Palestijnse president Mahmoud Abbas noemde donderdag de afsluiting „een oorlogsverklaring”.

Abbas zei dat de sluiting „een gevaarlijke Israëlische escalatie is en een oorlogsverklaring aan het adres van de Palestijnen en alle andere Arabieren en islamieten”.

De spanningen rond de voor zowel moslims als joden heilige Tempelberg zijn de laatste tijd sterk toegenomen. Het is voor het eerst in lange tijd dat Israël de orde probeerde te handhaven door gelovigen en toeristen helemaal niet meer toe te laten tot het heiligdom. Dat staat officieel onder Palestijns bestuur, maar Israël beperkt doorgaans wel de toegang voor bepaalde Arabieren en joden mogen er niet zichtbaar bidden.

Agenten doodden de van de aanslag op Glick verdachte Palestijn Moataz Hejazi toen ze een huis in de wijk Abu Tor omsingelden en er op hen werd geschoten. Volgens de Palestijnse groepering Hamas was het een 32-jarige man die 11 jaar in een Israëlische gevangenis zat en in 2012 vrijkwam.

Israël bezette Oost-Jeruzalem in 1967 en probeert er sindsdien de omvang van de Palestijnse bevolking terug te dringen. Volgens de VN wonen er nog altijd bijna 300.000 Palestijnen in Oost-Jeruzalem. Maar door de „systematische discriminatie van Palestijnen” zijn velen bang hun woning kwijt te raken, aldus de VN. Die onzekerheid drijft volgens de VN de spanning verder op.