Israël bestookt Hezbollah in Zuid-Libanon
Israëlische gevechtsvliegtuigen hebben dinsdag stellingen van Hezbollah-guerrillastrijders in Zuid-Libanon bestookt. Het bombardement volgde op een incident maandag, waarbij Hezbollah-strijders een Israëlische soldaat doodden en een ander ernstig verwondden.
Het leger zei dat gevechtsvliegtuigen stellingen van Hezbollah bombardeerden nabij de kust. In totaal werden drie raketten afgevuurd op twee doelen bij het dorp Zebqin en in de heuvels van Wadi Sluqi, ongeveer 10 kilometer ten noorden van de grens. Over slachtoffers was nog niets bekend.
Met de aanval dreigt de situatie aan de Libanees-Israëlische grens na een periode van bijna vier jaar rust te escaleren. Maandag doodden Hezbollah-strijders een Israëlische militair toen zij een bulldozer onder vuur namen die bezig was mijnen te ruimen. Na aanvankelijke ontkenningen gaf het Israëlische leger dinsdag toe dat het voertuig zich daarbij op Libanees grondgebied had begeven.
Een legerwoordvoerster zei dat de dinsdag aangevallen doelen door Hezbollah werden gebruikt als uitvalsbases voor aanvallen op Israël. Zij zei dat Israël Syrië verantwoordelijk houdt en niet toelaat dat terroristische groepen de situatie in het noorden proberen te laten escaleren.
Het Israëlische leger haalde dinsdag ruim dertig huizen en een moskee omver in het Palestijnse vluchtelingenkamp Rafah in de Gazastrook, hebben Palestijnse bronnen gezegd. Medewerkers van Unrwa, de VN-organisatie voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen, bevestigden dinsdagavond de verwoesting van 36 gebouwen.
Terwijl om hen heen muren tegen de vlakte gingen, gooiden bewoners nog in allerijl matrassen en dekens uit de bovenverdiepingen. Een vrouw die slechts een paar meter van een bulldozer af stond, zwaaide met een witte vlag in een vergeefse poging de afbraak tegen te houden en tijd te winnen om haar spullen te redden. Een meisje hielp haar moeder een matras te dragen. Het leger verklaarde alleen huizen te hebben uitgekozen van waaruit ’s nachts schoten waren gelost op soldaten.
Het Israëlische leger heeft dinsdag een Palestijn uit Jenin op de Westoever voor twee jaar verbannen naar de Gazastrook. De man, de 29-jarige Anwar Abu Zahou, is lid van de radicale Islamitische Jihad. Hij werd elf maanden geleden gevangengenomen en werd voor de keus gesteld te worden verbannen of nog langer te worden vastgehouden.
Israëlische oppositieleiders hebben dinsdag premier Ariel Sharon ervan beschuldigd dat hij hun ontmoetingen met Palestijnse politici heeft afgeluisterd. Shimon Peres, de leider van de Arbeidspartij, sprak vorige week op de Noorse ambassade in Tel Aviv met de Palestijnse premier Ahmed Qureia. Ook voerde hij overleg met de Amerikaanse ambassadeur Dan Kurtzer en de Palestijnse onderhandelaar Saeb Erekat.
Sharon heeft gezegd dat hij tot in details op de hoogte is van hetgeen door Peres is besproken. Haim Ramon, parlementslid van de Arbeidspartij, zei dat Sharon kennelijk voor eigen politieke doeleinden informatie krijgt van inlichtingenbronnen. De Israëlische radio meldde dat de Noorse ambassade de Israëlische regering ervan beschuldigt dat zij afluisterapparatuur in de ambassade heeft geplaatst. Sharons woordvoerder Asaf Sharif ontkende dat de premier zijn informatie van inlichtingenbronnen had. Sharon is volgens Sharif op de hoogte gebracht door „iemand uit de naaste omgeving van Peres.”