Absolute veiligheid voor banken bestaat niet, ook niet na onderzoek ECB
APELDOORN. De Nederlandse banken staan er goed voor, de bankensector in de eurozone als geheel verkeert in redelijke gezondheid. Die conclusies komen naar voren uit de resultaten van het onderzoek van de Europese Centrale Bank (ECB), die gisteren zijn gepresenteerd.
De ECB heeft zo’n 130 grote financiële instellingen grondig onder de loep genomen. Uitgangspunt daarbij was de vraag: zijn ze bestand tegen een stootje? De uitslag geeft aan dat er 25, in hoofdzaak uit de zuidelijke regio, niet zijn geslaagd voor het examen; één op de zes dus ongeveer. Maar een aantal van hen heeft dit jaar de vermogensbuffers al vergroot. Er resten er op dit moment dertien die niet over genoeg reserves beschikken. Enkele vragen.
Waarom is deze test uitgevoerd?
Op 4 november neemt de ECB het toezicht op de banken over van de nationale instanties. Deze taak verhuist naar Frankfurt, als onderdeel van de bankenunie, met op termijn een gemeenschappelijke, Europese aanpak als er ergens problemen opduiken. De ECB wil graag met een schone lei beginnen, zonder het risico dat er binnenkort onverwacht misschien een speler dreigt om te vallen. Duidelijkheid over de situatie in de sector zorgt voor rust.
Wat gebeurt er met de banken die niet voldoen aan de eisen?
Zij dienen hun weerstandsvermogen te verstevigen door extra kapitaal aan te trekken. Dat moet binnen zes tot negen maanden zijn gerealiseerd. Opgeteld gaat het om een bedrag van bijna 10 miljard euro. Lukt het niet orde op zaken te stellen, dan volgen er maatregelen. Eventueel zal de betrokken overheid bijspringen met staatssteun of wordt de bank ontmanteld en neemt een concurrent de rekeningen en uitstaande leningen over.
Kan er met de banken die een goed rapportcijfer hebben nu niks meer misgaan?
Laten we zeggen: de kans op ongelukken is klein. Hun positie mogen we solide noemen. Maar garanties bestaan niet. Uiteindelijk draait het in het bankwezen om vertrouwen. In 2008 zagen we hoe snel dat soms verdampt. Als bij beleggers en spaarders door wat voor reden ook de schrik in de benen slaat en zij een bank massaal de rug toekeren, schieten reserves altijd tekort.
Had de test van de ECB dan niet nog strenger moeten zijn?
Dat is steevast een punt van kritiek op deze onderzoeken. In 2010 en 2011 is er ook al een zogeheten stresstest gehouden. Volgens critici was die te soepel. En inderdaad, SNS bijvoorbeeld kwam erdoorheen, terwijl het later door de overheid moest worden gered. De ECB heeft nu bij de beoordeling de teugels nog stakker aangehaald. Toch klinkt dezelfde kritiek. Het kan altijd strenger, zodat op meer concerns de verplichting rust hun buffers aan te vullen. Maar, zoals gezegd, absolute zekerheid dat banken veilig zijn, valt nooit te bieden.
Zullen de gezonde banken na de voor hen gunstige uitslag ook meer krediet gaan verstrekken?
Een belangrijk punt. Het voornaamste economische manco in de eurozone is het gebrek aan groei. Om die reden probeert de ECB de sector ertoe te bewegen de kredietverlening uit te breiden, zodat bedrijven meer investeren. Te weinig kapitaal, daar schort het dus niet aan bij de banken. Toch zullen zij waarschijnlijk voorzichtig blijven en de kredietkraan zeker niet wagenwijd openzetten. Ze hebben geleerd van de crisis. Die ontstond immers doordat in de VS veel te soepel hypotheken werden toegekend.