Christiania: vrijheidsoord of vluchthaven
In de straten hangt de geur van hasj en wiet. Auto’s zijn er verboden, fototoestellen ook. De bewoners hebben hun huizen zelf in elkaar geknutseld en de muren bespoten met kleurige graffititekeningen. Dit is Christiania, een vrijstaat voor hippies in de Deense hoofdstad Kopenhagen.
De Pusherstreet is het meest berucht. Dit is de plek waar openlijk cannabis wordt verkocht en de alcohol rijkelijk vloeit in de cafeetjes. Op straat hangen mensen doelloos rond – een joint tussen de vingers. Marktkooplui proberen felgekleurde armbandjes, portemonnees en tasjes aan toeristen te slijten. „Je kunt je camera beter wegstoppen”, adviseert een van hen. Foto’s maken is vanwege de drugshandel streng verboden in de Pusherstreet. In Christiania gelden meer merkwaardige regels: ”Have fun, don’t run”. Wie rent wordt beschouwd als een dief.
Behalve een toevluchtsoord voor drugsdealers is Christiania ook een toeristische attractie. Jaarlijks trekt de vrijstaat een half miljoen bezoekers. De vrijstaat ontstond in de jaren zeventig, toen een groep hippies een leegstaand militair terrein kraakte. Ze bouwden er een nieuw leven op, met eigen normen en waarden.
Vandaag de dag hebben bijna duizend anarchisten, kunstenaars, muzikanten en etnische minderheden er hun thuis gevonden. Christiania is hun leven; ”Doe wat je wilt” hun motto. Hoewel, er zijn grenzen. Harddrugs zijn niet toegestaan. Auto’s ook niet trouwens. Die verstoren de rust, zijn slecht voor het milieu en gevaarlijk voor kinderen en dieren.
Wekelijks doet de politie een inval in het staatje, een soort traditionele poging om drugshandelaars in de kraag te vatten. Begin dit jaar werden tachtig mensen opgepakt tijdens een grootscheepse actie. Agenten namen voor miljoenen euro’s wapens, geld, auto’s en drugs in beslag. Niets aan de hand, menen de bewoners. „In de gevangenis hebben ze eten, drinken en een dak boven hun hoofd. Wat is het probleem?” vraagt kunstenaar Bjarne Rihave zich af.
Dronken
Het leven is in Christiania een feest, vindt Rihave. „Iedereen is relaxed. We maken muziek, werken in de tuin, zijn creatief bezig en hebben plezier. Het is een geschenk om hier te zijn.” De rust en de vrijheid trekken hem naar deze plek, vertelt hij, terwijl hij met grote precisie een schilderwerk van olieverf inlijst. Drugs en drank zijn niet aan hem besteed. Hij is gestopt met drinken en roken. „Het is dom om zo te leven. Luie, bierdrinkende mensen zijn slecht. Nee, dat medebewoners wel zo leven, maakt mij niet uit. Christiania is een symbool voor vrijheid en tolerantie”, zegt hij, onverstoorbaar doorwerkend.
De rust in Rihaves atelier staat in schril contrast met het lawaai in de cafeetjes van de Pusherstreet. Al aan het begin van de dag lopen mensen er dronken rond. In een ontmoetingshuis voor etnische Groenlanders ziet het blauw van de rook. Het indianenuiterlijk – grove gezichtsbouw, dikke neus– van de bezoekers verraadt hun afkomst. Met een bierflesje in de hand staren enkelen treurig voor zich uit. Tot iemand met weidse armgebaren hun gemoedstoestand probeert op te peppen. „Kijk vrolijk, wees blij, geniet!” Er klinkt schatergelach. Even lijkt er aandacht voor het kaartspel op tafel, dan verschijnt de frons op het voorhoofd weer.
Vlucht
De inwoners zelf ontkennen het, maar het leven in Christiania is volgens veel mensen buiten de vrijstaat niets anders dan een vlucht uit de maatschappij. Dat verklaart in hun ogen de populariteit onder etnische minderheidsgroepen met veel sociale problemen, zoals Groenlanders. De Christianieten wijzen liever op de woningnood in Kopenhagen als reden om zich hier te vestigen.
Maar belangrijker zijn de vrijheid, blijheid en rust, zegt Kirsten Larsen Mhoja. Zij woont sinds 34 jaar in de vrijstaat. Al tijdens haar studie culturele antropologie wist ze zich aangetrokken tot de gemeenschap. Ze werd verliefd op een kunstenaar uit de vrijstaat en het duurde niet lang of ze verruilde haar leven op het platteland voor de hippie-enclave. „We leefden in die jaren veel primitiever dan nu. Water en elektriciteit waren er niet”, blikt ze terug.
Tot op de dag van vandaag maken sommige bewoners een vuurtje van hout om zich bij te verwarmen. Gas is er nog steeds niet en lang niet alle huizen beschikken over een badkamer en toilet. Mensen zijn aangewezen op openbare toiletgebouwen en badhuizen. Larsen Mhoja neemt liever een douche bij vrienden of in de galerie waar ze werkt.
Aandelen
De westerse democratie is volgens haar een van de grootste problemen buiten Christiania. „Uiteindelijk hebben mensen helemaal geen inspraak in de politiek. Dat maakt hen achterdochtig.” In de vrijstaat kan iedereen zijn zegje doen tijdens de gemeenschappelijke vergaderingen. Besluiten worden genomen op basis van consensus. „We stemmen niet, maar worden het eens door te praten. Onze consensusdemocratie is open en transparant en zit niet vast aan een religie of ideologie. Iedereen is vrij om zijn eigen ding te doen. Het belangrijkste is dat je elke maand je huur betaalt. De rest moet je zelf weten.”
De alternatieve samenleving die de oprichters voor ogen hadden, is nog altijd te vinden op deze 34 hectare Kopenhagen. Wel is ”doen wat je wilt” altijd een utopie gebleven, geeft Larsen Mhoja toe. Niet alleen omdat harddrugs verboden zijn. Ook omdat de overheid al die jaren heeft geprobeerd de vrijstaat weg te krijgen.
Tweespalt
In 2011 deden de Christianieten een laatste poging om te bewijzen dat het eigendomsrecht van het terrein bij hen ligt, omdat ze het al meer dan twintig jaar gebruiken. De rechter gaf hun ongelijk, waarmee het einde van de Deense vrijstaat nabij leek. Recht of geen recht, de bewoners gaven hun strijd voor erkenning niet op. Ze sloten een deal om het gebied alsnog in handen te krijgen: voor ruim 10 miljoen euro mochten ze de grond kopen. Vanaf zijn veertigste verjaardag geeft de vrijstaat aandelen uit om de toekomst zeker te stellen.
Hoewel de inwoners van Christiania zich distantiëren van het leven in Denemarken, gaan ze gewoon stemmen en betalen ze belasting zoals elke Deense staatsburger. Hun kinderen gaan naar school in Kopenhagen en sommigen hebben er werk. Voor ze zich buiten de muren van de vrijstaat begeven, waarschuwt een tekst boven de uitgangspoort nog: ”U gaat nu de EU binnen”.