Volgens het leger zijn afgelopen zaterdag bij de beschieting in het district Char Chino in de provincie Uruzgan vijf gewapende mannen omgekomen. De plaatselijke autoriteiten houden vol dat er vrouwen en kinderen zijn geraakt.

Ongeveer 200 plaatselijke bewoners togen naar hun gouverneur om tegen de aanval te protesteren. Districtshoofd Abdul Rahman zei dat de bevolking in rouw was gedompeld en dat er geen muziek meer werd gespeeld in de plaatselijke bazaar.

Een Amerikaanse militaire woordvoerder, Bryan Hilferty, ontkende met klem dat bij de aanval burgers zijn gedood. De woordvoerder zei dat Amerikaanse speciale eenheden en leden van een Afghaanse militie zaterdagavond een pand hadden omsingeld waar zich Taliban schuilhielden toen er in het donker gewapende mannen uit het pand hun kant opkwamen. De Amerikanen riepen luchtsteun in, waarbij een met kanonnen uitgerust AC-130-vliegtuig in het vrije veld vijf gewapende mannen beschoot. De coalitiesoldaten trokken zich terug toen er meer gewapende mannen naar buiten kwamen om de lichamen weg te halen. Toen de Amerikanen maandagochtend opnieuw gingen kijken, was er „niets van betekenis” meer te vinden, aldus de woordvoerder. Hij zei dat er in een drie dagen durende operatie in het gebied zes verdachten waren opgepakt.

Vorige maand kwamen bij twee Amerikaanse luchtaanvallen vijftien Afghaanse kinderen om het leven. Amerikaanse commandanten hebben daarna hun operationele regels gewijzigd om herhaling te voorkomen.

Plaatselijke Afghaanse functionarissen houden vol dat bij de aanval elf burgers uit het dorp Saghatho zijn gedood. „Ik denk dat de Amerikanen zich hebben vergist”, zei Rahman dinsdag in een telefoongesprek met het persbureau Associated Press. „Wij hebben al deze burgers begraven. Zij waren geen Taliban. Zij waren eenvoudige dorpelingen.” De gouverneur van de provincie, Jan Mohammed Khan, bevestigde maandag de lezing van Rahman dat er vier mannen, drie vrouwen en vier kinderen zijn omgekomen.