Israëlische vliegtuigen vallen doelen aan in Libanon
Israëlische gevechtsvliegtuigen hebben dinsdag doelen in Zuid-Libanon aangevallen, nadat de Libanese Hezbollah maandag een Israëlische militair aan de grens had gedood. Dat maakten bronnen binnen het Libanese leger bekend.
Volgens de zegslieden waren er zeker twee luchtaanvallen op bases van de sjiitische Hezbollah bij de dorpjes Zibquine en Alaaman. Hierbij zijn volgens de Libanese veiligheidsdiensten geen slachtoffers gevallen.
Maandag vuurde de Hezbollah een raket af op twee Israëlische militairen die met een bulldozer bij de Israëlisch-Libanese grens aan het werk waren. Een militair werd hierbij gedood en de ander raakte ernstig gewond.
De Israëlische minister van Defensie, Mofaz, beschuldigde de Hezbollah en Syrië, die deze militante groepering steunt, van een bewuste provocatie. De Libanese premier Lahoud zei dinsdag dat de Israëliërs zich aan de Libanese zijde van de grens bevonden en daarmee de zogenoemde blauwe lijn hadden geschonden. Dit werd bevestigd door de Verenigde Naties.
De Israëlische regering bevestigde de luchtaanval, maar zei niet uit te zijn op een escalatie van het conflict. Een regeringsfunctionaris liet weten dat de actie een „weloverwogen antwoord” was op de dodelijke schietpartij.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Powell gaf Hezbollah de schuld van de opgelopen spanningen tussen Libanon en Israël. Ook drong hij er bij Syrië op aan Hezbollah niet langer te steunen.
Medewerkers van Unrwa, de VN-organisatie voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen, lieten dinsdagavond weten dat Israëlische militairen met pantservoertuigen en bulldozers 36 gebouwen in een vluchtelingenkamp in Gaza hebben verwoest. Over het motief voor de Israëlische actie liet de VN-organisatie zich niet uit. Tijdens de operatie brak een schotenwisseling tussen Israëlische militairen en Palestijnen uit.