Kwartiermakers uit Japan naar Irak vertrokken
Dertig Japanse kwartiermakers zijn vrijdag naar Irak vertrokken en begonnen aan de grootste en gevaarlijkste Japanse buitenlandse militaire missie sinds de Tweede Wereldoorlog.
Rond de 600 Japanse militairen zullen in Zuid-Irak helpen bij het herstel van scholen en waterleidingen en medische hulp bieden. Het contingent wordt aangevuld met 400 matrozen en luchtmachtsoldaten.
De mannen werden voor hun vertrek bemoedigend toegesproken door minister van Defensie Shigeru Ishiba en hooggeplaatste officieren. De deelname is in Japan omstreden, omdat de grondwet de inzet van militairen in het buitenland verbiedt en ook omdat de operatie niet onder de vlag van de Verenigde Naties wordt uitgevoerd. Velen vrezen ook dat de Japanse militairen in Irak verstrikt raken in een guerrilla.
Bij luchthavens, spoorwegstations, de Amerikaanse ambassade en andere potentiële doelwitten was de bewaking in verband met mogelijke aanslagen verscherpt. De terreurorganisatie al-Qaida had in november met aanslagen gedreigd als Japan militairen naar Irak zou sturen.