„Als je rondvraagt, zijn alle ondernemers voor Aécio Neves, de centrumkandidaat”, zegt Hans Blankenburgh, ontwerper van mobiele apps in Rio de Janeiro. „Je wilt absoluut niet dat Dilma doorgaat. Ze heeft heel weinig voor het midden- en kleinbedrijf gedaan en dat is de economische motor. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld is de rente laag en is het dus makkelijker voor het midden- en kleinbedrijf om te lenen en te investeren. In Brazilië is de rente heel erg hoog, tussen de 3 en 6 procent per maand en is het land dus niet competitief.”

Volgens Blankenburgh is het Braziliaanse bedrijfsleven te weinig innovatief en die mening wordt onderschreven door Caspar van Rijnbach, consultant bij een groot internationaal consultancybedrijf in São Paulo, de grootste stad van Brazilië. Van de bedrijven zelf zijn ook weinig initiatieven gekomen om te vernieuwen, tekent Van Rijnbach aan. „Maar die zeggen dan dat dat komt door de hoge belastingdruk.”

Petra Benes uit het Groningse Haren adviseert Nederlandse ondernemers die met Brazilië zaken willen doen. Ook zij noemt de hoge belastingen als probleem, evenals de hoge importtarieven en de slechte infrastructuur. „Wanneer je als Nederlander daar zaken wilt doen, heb je tijd, geld en doorzettingsvermogen nodig. Het registreren van een product kan jaren in beslag nemen.”

Hans Blankenburgh hoopt dat Marina Silva, tweede in de peilingen, de verkiezingen wint. Aécio Neves, de eigenlijke favoriet van het bedrijfsleven, staat derde in de peilingen en maakt dus weinig kans. Ook Silva heeft beloofd een vriendelijker beleid voor het bedrijfsleven te voeren.

Caspar van Rijnbach vindt dat geen enkele kandidaat duidelijk heeft gemaakt hoe hij de stagnerende economie weer uit het slop wil trekken. „Ze zeggen bijvoorbeeld dat ze een miljard in onderwijs willen steken, maar leggen niet uit wat ze ermee willen doen.” Hij denkt dat Dilma Rousseff herkozen wordt vanwege haar steun aan de armen. „Maar ze wekt geen vertrouwen met hoe ze de problemen aanpakt. Het is pappen en nathouden.”