De nieuwszender al-Jazeera meldde woensdag dat de Koerden strijders van Islamitische Staat (IS) op talrijke plaatsen hebben verdreven in het noorden van Irak.

De soennitische extremisten van IS leken sinds hun opmars in juni voor de geoefende pershmerga’s te sterk om weg te jagen. Maar die impasse aan het front lijkt door de luchtaanvallen doorbroken. Zo is bijvoorbeeld dinsdag het dorp Bushayriyah, 15 kilometer ten zuiden van de stad Kirkuk, heroverd. Het dorp was sinds juni een uitvalsbasis van IS. Gevechtsvliegtuigen en peshmerga’s vallen IS ook ten noordwesten van Mosul aan.

Volgens een zegsman van de peshmerga’s zijn strijders van IS op circa 30 plekken verdreven, zoals in de buurt van Zammar bij de Mosul-stuwdam, en in Rabia, een plaats aan de Syrische grens. Daar kregen de peshmerga’s ook steun van soennitische stammen uit de streek en van Koerden uit Syrië. Het verlies van de grenspost is een forse nederlaag voor IS.

Amerikaanse en Britse gevechtsvliegtuigen hebben dinsdag zeker negen luchtaanvallen uitgevoerd in Irak. Voor de Britten waren het de eerste aanvallen in deze coalitie waar Nederland ook aan meedoet. In het Midden-Oosten wordt de komst van Nederlandse F-16’s voorbereid.