„VN-raad moet soms afzien van vetorecht”
NEW YORK (ANP). Landen in de VN-Veiligheidsraad moeten in het geval van grootschalige wreedheden afzien van het vetorecht. Dat zei minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken donderdagavond bij de Verenigde Naties in New York.
Volgens Timmermans maakt het vetorecht van de permanente lidstaten de Veiligheidsraad vleugellam. Daardoor lukt het lang niet altijd om als internationale gemeenschap burgers te beschermen. „Het meest actueel en pijnlijk is de situatie ten aanzien van Syrië, dat verschillende keren werd getroffen door een veto”.
In de VN-Veiligheidsraad zitten 15 leden, waarvan vijf permanent. Dat zijn de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en China. Zij hebben vetorecht. Van de overige tien zetels worden er elk jaar vijf opnieuw verdeeld.
Nederland zet zich al langer in voor de hervorming van de Veiligheidsraad. Nieuwe permanente leden zouden geen vetorecht mogen krijgen zoals de huidige leden en het aantal tijdelijke en permanente leden zou moeten worden uitgebreid.
Timmermans liet nu weten het voorstel van Frankrijk en Mexico te steunen om een vrijwillige gedragscode in te stellen. Daarin zou geregeld moeten worden dat bij grootschalige wreedheden wordt afgezien van het vetorecht.
Volgens de minister besloot de internationale gemeenschap in 2005 om gezamenlijk burgers te beschermen tegen wreedheden op grote schaal. Sinds 2005 is 11 keer gebruik gemaakt van het vetorecht. „Dat lijkt niet veel maar het gaat wel steeds om kwesties die zeer heftige consequenties hebben voor grote groepen mensen”.