Ombudsman: toezicht detentie faalt
DEN HAAG (ANP). De Nationale ombudsman stapt uit de organisatie die toezicht houdt op vernederende en mensonterende behandeling van gevangenen. Het Nationaal Preventie Mechanisme (NPM) is alleen maar met zichzelf bezig en komt niet toe aan effectief preventief toezicht op vrijheidsberoving door de overheid, stelt de ombudsman. Het gaat onder meer om gedetineerden en mensen die vanwege psychische problemen zijn opgesloten, zoals jongeren met gedragsproblemen en psychiatrische patiënten.
De ombudsman vindt dat het NPM onvoldoende functioneert en wil daar geen verantwoordelijkheid voor dragen, schrijft hij in een brief aan het hoofd inspectie bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. Binnen het NPM ontbreekt de samenwerking en is de rol van de inspecties voor veiligheid en justitie, jeugdzorg en gezondheidszorg onduidelijk, aldus de ombudsman. Hij vindt bovendien dat de inspecties te veel aanschurken tegen de ministeries, waardoor de onafhankelijkheid in het geding komt.
Het NPM is in 2011 op grond van een internationaal VN-verdrag opgericht om te voorkomen dat burgers in detentie vernederend en mensonterend worden behandeld. Zijn brief is volgens de ombudsman aanleiding voor de VN om in 2015 onderzoek te gaan doen naar het functioneren van de NPM.