Economie

„Belang land- en tuinbouw gaat verder dan economie”

Het belang van de land- en tuinbouw in West-Nederland reikt verder dan het economisch belang alleen. De agrarische bedrijven zijn belangrijke dragers voor landschap, cultuurhistorie en natuur, concludeert het Landbouw Economisch Instituut (LEI).

Redactie politiek
15 January 2004 08:37Gewijzigd op 14 November 2020 00:52

Dat zei LEI-directeur Zachariasse woensdag op het jaarcongres van de Westelijke Land- en Tuinbouworganisatie (WLTO) in Aalsmeerderbrug. Hij liep daarmee vooruit op de presentatie van het rapport ”Betekenis van de land- en tuinbouw voor de welvaart in West-Nederland”.

De land- en tuinbouwbedrijven in West-Nederland hadden in 2000 een toegevoegde waarde van 10,9 miljard euro. Daarmee leverden zij een bijdrage van ruim 7 procent aan de regionale economie. Met 212.000 arbeidsplaatsen zorgden ze samen met de toeleveringsbedrijven voor ruim 8 procent van de werkgelegenheid in de provincies Noord- en Zuid-Holland.

Het agrocomplex heeft echter meer dan alleen een economische betekenis voor West-Nederland. De land- en tuinbouw neemt ruim 60 procent van de ruimte in de regio in. Dat levert de glazen steden van de glastuinbouw in bijvoorbeeld het Westland op, maar ook onder meer open weidelandschappen en kleurige bloemenvelden. De land- en tuinbouw draagt op deze manier bij aan het toerisme en het natuurbeheer in het gebied.

Dat agrotoerisme levert veel geld op. Het LEI schat bijvoorbeeld dat dagjesmensen jaarlijks 45 tot 90 miljoen euro besteden in de Bollenstreek. De landbouw profiteert echter maar weinig van deze baten. De opbrengst van landbouw in de vorm van natuur en landschap gaat vooral naar burgers, recreatieondernemers en huizenbezitters.

Minister Veerman van Landbouw hield het jaarcongres van de WLTO gisteren voor dat de land- en tuinbouw ruimte nodig heeft. Daarmee doelde hij in de eerste plaats op fysieke ruimte. Die komt er, liet hij voorzichtig doorschemeren. Veerman toonde zich „tevreden” over de nieuwe nota ”Ruimte” van zijn collega Dekker van VROM, die naar verwachting in maart van dit jaar verschijnt. „Er is hoop op meer ruimte voor de glastuinbouw”, zei Veerman. Daarmee bevestigde hij al eerder uitgelekte informatie over de nota, waaruit bleek dat het Westland en de Bollenstreek veel ruimte voor uitbreiding krijgen.

De landbouwminister wil in de tweede plaats meer ruimte voor ondernemerschap. Met het oog daarop start Veerman dit jaar een zogenoemd ondernemersprogramma. De ondernemer kan dan via één loket een beroep doen op maatregelen die de bedrijvigheid moeten stimuleren. Een voorbeeld daarvan is investeringssteun, zoals de rentesubsidieregeling voor jonge boeren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer