De moeder aller veldslagen
De hele wereld kijkt ontsteld naar de snelle opmars van de Islamitische Staat in het Midden-Oosten. De ”moeder aller veldslagen” die Saddam Hussein ooit voorspelde, lijkt met de dag dichterbij te komen. Maar wie neemt de handschoen op?
De afgelopen weken werd er in westerse hoofdsteden verheugd gereageerd op de herovering van de Mosuldam in noordelijk Irak. Deze dam was eind juni in handen gevallen van de Islamitische Staat (IS), maar een alliantie van Koerdische peshmergastrijders en speciale eenheden van het Iraakse leger slaagde er op 18 augustus in om IS hier te verdrijven. Amerikaanse luchtbombardementen zorgden hierbij voor de noodzakelijke ondersteuning.
Minder belicht werd echter het feit dat er vervolgens schermutselingen uitbraken tussen de peshmerga’s en het Iraakse leger. Mosul is Iraaks grondgebied en maakt geen deel uit van Koerdistan. Na de verovering van de Mosuldam hesen Iraakse soldaten hier de Iraakse vlag. Dat wekte de woede van de Koerdische peshmerga’s.
Het hele gebeuren leek de ”coalitie der onwillenden” te illustreren die de Amerikaanse president Obama probeert op te bouwen om IS te bestrijden. Dit is de naam die diverse Amerikaanse media sarcastisch aan deze coalitie gaven, omdat allerlei landen en groeperingen die weinig sympathie voor elkaar hebben nu worden gedwongen tot een vorm van samenwerking om het gemeenschappelijke gevaar van IS te lijf te gaan.
Grootste nederlaag
Alle ogen zijn momenteel gericht op Irak. Maar in buurland Syrië, waar IS bezig is belangrijke overwinningen te behalen, zullen de strategische en politieke piketpalen daadwerkelijk worden verzet. In de Syrische provincie al-Raqqa wist IS het militaire vliegveld in Tabqa onder controle te krijgen. Analisten in het Midden-Oosten hebben het verlies van dit vliegveld de grootste nederlaag voor het Syrische regime genoemd sinds het uitbreken van de Syrische burgeroorlog in 2011.
Op dit moment woedt er een zware strijd rond het militaire vliegveld in de provincie Deir al-Zur, waar 1400 leden van de Syrische Republikeinse Garde zich omsingeld weten door IS. Ze bevinden zich in een totaal geïsoleerde positie die uiteindelijk niet verdedigbaar zal blijken te zijn.
Om dezelfde reden werd het militaire vliegveld in Tabqa feitelijk opgegeven door het Syrische leger. In de dagen daarna verschenen er video’s waarop te zien was hoe zeker 150 Syrische soldaten door IS werden gefusilleerd of onthoofd.
Velen van hen hadden een alevitische achtergrond en er ontstond voor het eerst onrust in het alevitische kamp in de steden Latakia en Tartus, die in het westen van Syrië aan de Middellandse Zee liggen. Alevieten in deze regio hadden nooit getwijfeld aan de strategie en de superioriteit van het Syrische leger, maar na de dramatische nederlaag in Tabqa begon dit vertrouwen af te brokkelen.
Op sociale media uitten de alevieten bovendien frustratie en boosheid over het feit dat het Syrische leger in Tabqa honderden soldaten had „opgeofferd.”
Eindstrijd
Tot voor kort waren er drie hoofdrolspelers op het Syrische slagveld: het Syrische leger, IS én alle andere rebellenbewegingen. In het noorden en oosten van Syrië heeft IS de meeste andere gewapende milities uitgeschakeld en langzamerhand werden de contouren duidelijk van wat waarschijnlijk de eindstrijd zal worden in Syrië.
Dit zal een directe militaire confrontatie worden tussen het Syrische leger en IS. De ontwikkelingen in Tabqa en Deir al-Zur geven het Syrische regime alle reden tot zorg. Gebleken is dat de strategie die het Syrische leger de afgelopen jaren tegen rebellenbewegingen gebruikte, tegen IS niet werkt.
Ooggetuigenverslagen van de strijd rond het militaire vliegveld in Tabqa bevestigden dit. De IS-strijders hadden dit vliegveld volledig omsingeld en vielen aan in ‘golven’ waarbij ze trucks gebruikten die volgeladen waren met explosieven en die werden bestuurd door zelfmoordenaars. Opeenvolgende golven van zelfmoordenaars ramden met hun trucks de muren van het vliegveld totdat deze het ten slotte begaven. Vervolgens stroomden de IS-strijders naar binnen. Tegen dit soort zelfmoordcommando’s is geen enkel conventioneel leger opgewassen.
IS heeft momenteel in Syrië de provincies al-Raqqa en Deir al-Zur vrijwel geheel in zijn macht. Dat heeft twee belangrijke consequenties. In de eerste plaats is IS hier begonnen met fase twee van zijn kalifaatproject: het opbouwen van een staatsstructuren. Dat stelt IS –net als indertijd al-Qaida in het talibanemiraat in Afghanistan– in staat om relatief veilig verdere plannen te ontwikkelen.
Biologische wapens
Onderdeel hiervan vormt het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. De Amerikaanse inlichtingendienst kreeg onlangs een Dellcomputer in handen die het eigendom was geweest van de Tunesiër Mohammed S. Deze Mohammed was in Tunesië afgestudeerd in de scheikunde. Hij had zich bij IS aangesloten. In zijn computer werden talloze documenten gevonden die bewezen dat IS bezig is met het ontwikkelen van biologische wapens. In de computer werd onder meer een negentien pagina’s tellend document aangetroffen met informatie over het ontwikkelen van builenpest en hoe dit als wapen te gebruiken.
Het tweede gevolg van de IS-dominantie in al-Raqqa en Deir al-Zur is dat deze organisatie grote aantallen strijders naar elders kan sturen. IS is begonnen om een grote troepenmacht samen te trekken rond de Syrische stad Aleppo die hij in handen wil krijgen. De strijd die hier binnenkort zal losbarsten zal een directe confrontatie worden tussen het Syrische leger en IS, omdat de rebellenmilities in Aleppo zelf volkomen verzwakt en gedemoraliseerd zijn.
Het Westen heeft nog steeds geen strategie ontwikkeld om IS effectief te bestrijden. Een belangrijk punt hierbij is dat het Westen IS uiteindelijk nog steeds beschouwt als een terroristische beweging, terwijl de IS zichzelf als een islamitische staat ziet. Staten hebben legers – en het leger van IS blijkt formidabel te zijn. Alle eerdere schattingen moeten voortdurend naar boven toe worden bijgesteld. Alleen al in Syrië heeft IS ruim 50.000 actieve strijders binnen zijn gelederen. Dit aantal wordt in Irak op ten minste 30.000 geschat. Dat laatste cijfer houdt nog niet eens rekening met de sympathisanten en medestrijders die IS onder de Arabische soennieten telt.
Geëlimineerd
Tijdens een toespraak voor buitenlandse ambassadeurs zei de Saudische vorst Abdullah vorige week dat IS „volkomen geëlimineerd” dient te worden en dat luchtaanvallen alléén niet volstaan. Een groot grondoffensief in zowel Syrië als Irak is nodig om IS uit te schakelen, maar de bange vraag is wie dat gaat doen. Geen enkel land –inclusief de Verenigde Staten– lijkt zijn vingers hieraan te willen branden. Het uur van „de moeder aller veldslagen” waar Saddam Hussein in 2003 mee dreigde, lijkt aangebroken. Maar wie zal het tegen IS gaan opnemen?
Politieke impasse in Bagdad
De Verenigde Staten hebben de afgelopen maanden voortdurend benadrukt dat er in Irak geen militaire overwinning op de Islamitische Staat (IS) mogelijk is zonder een politieke oplossing in Bagdad. Er diende een nieuwe regering van nationale eenheid te worden gevormd, waarin de Iraakse sjiieten, Koerden en soennieten evenredig vertegenwoordigd waren.
Het beleid van de voormalige Iraakse premier Nuri al-Maliki werd als sektarisch ervaren en de vervanging van Maliki door een nieuw gezicht was daarom een voorwaarde om het gestrande politieke schip in Bagdad weer vlot te trekken.
Maliki leek van geen wijken te weten, maar werd verrast door een paleiscoup in zijn eigen sjiitische Dawapartij. Die machtsovername werd mogelijk nadat Iran had laten weten een nieuwe kandidatuur voor Maliki niet langer te steunen.
Vervolgens werd Haider al-Abadi naar voren geschoven als nieuwe premier. Abadi heeft tot 12 september de tijd om een nieuwe regering te vormen, maar de regeringsformatie lijkt te stagneren. Abadi is al 45 jaar lid van dezelfde Dawapartij. Twee van zijn broers werden vermoord door het voormalige regime van Saddam Hussein en de afgelopen jaren heeft Abadi volop de politieke lijn van zijn voorganger Maliki gesteund.
De Iraakse soennieten zien daarom in de wijziging van de persoon van de premier slechts een cosmetische verandering die weinig voorstelt.
IS kan in Irak niet verslagen worden zonder de steun van de soennitische stammen, maar die hebben eisen gesteld die weinig realistisch lijken. Enkele sheikhs (leiders) van soennitische stammen hebben zich verenigd en hebben Washington laten weten dat ze zowel in Irak als in Syrië geïnfiltreerd hebben binnen IS, waardoor ze waardevolle en gevoelige informatie over IS verkregen.
De soennitische stammen zijn bereid deze informatie met Washington te delen en samen met het Westen tegen IS te strijden. Maar dat zal slechts gebeuren op één voorwaarde: de Verenigde Staten dienen direct met deze soennitische stammen te onderhandelen en moeten iedere samenwerking met de regering in Bagdad onmiddellijk staken.
Verder eisen deze stammen dat het Iraakse leger en de politie zich volledig terugtrekken uit de soennitische provincies. Dat lijkt een opstap naar een vorm van autonomie.
De Verenigde Staten hebben al laten weten dat deze eisen onaanvaardbaar zijn en dat ze militaire operaties afstemmen met de centrale regering in Bagdad. Washington drong er nogmaals op aan dat de soennieten gaan participeren in het formatieproces voor de nieuwe regering, maar de kansen hierop lijken met de dag kleiner te worden.
Tariq al-Hashemi, de voormalige soennitische vicepresident van Irak, leeft momenteel in ballingschap in Turkije. Hashemi gaf onlangs een interview dat duidelijk maakte hoe diep gepolariseerd Irak is geraakt. In onverholen bewoordingen waarschuwde Hashemi de Verenigde Staten voor iedere samenwerking met de regering in Bagdad.
Hij stelde dat „Amerikaanse steun voor het Iraakse leger door de soennitische stammen zal worden uitgelegd als een Amerikaanse alliantie met Iran tegen de soennieten.” Deze woorden onderstreepten nogmaals hoe moeilijk het zal worden om soennieten, Koerden en sjiieten samen te brengen in één Iraakse regering. Het onderlinge wantrouwen tussen de verschillende groepen heeft zich verdiept en lijkt soms te grenzen aan haat.
Hashemi zei echter nog iets opvallends in dit interview. IS veroverde afgelopen juni de stad Mosul en Hashemi wond zich erover op dat alle media-aandacht zich op IS concentreerde. „Ik kan u echter verzekeren dat een breed scala aan groeperingen betrokken was bij de gebeurtenissen in Mosul. IS was er hier slechts één van”, aldus Al-Hashemi.
Deze uitspraak voedde de beschuldiging van zowel de Koerden als sjiieten dat de Iraakse soennitische stammen met IS sympathiseerden en samenwerkten.
Vooral in Iraaks-Koerdistan is de sfeer grimmig geworden. Arabische soennieten die eveneens voor IS gevlucht waren naar Koerdistan klagen over een antisoennitische hetze.
In de sociale media, maar ook in kranten wordt de Koerdische regering ertoe opgeroepen alle Iraakse soennieten te verdrijven omdat zij een vijfde colonne gaan vormen. De soennieten zouden ”slapende cellen” hebben gevormd die samenwerken met IS en ieder moment kunnen toeslaan.
De Koerdische peshmergamilitie heeft dankzij Amerikaanse luchtdekking de afgelopen weken een aantal dorpen en steden op IS heroverd. Deze plaatsen kenden voorheen een gemengde Koerdisch-Arabische bevolking, maar er zijn berichten opgedoken dat de Koerdische peshmerga’s terugkerende Arabische soennieten de toegang tot deze steden en dorpen weigeren.
Er blijkt een Irak te zijn van vóór en ná de komst van IS die het hele beeld wijzigde. Vóór de komst van IS waren de Koerden en de Iraakse soennieten verenigd in hun kritiek op de sektarische politiek van de sjiitische premier Maliki. De regering in Bagdad stuurt momenteel eveneens vliegtuigen vol wapens naar Koerdistan om de strijd van de Koerden tegen IS te ondersteunen.
Er lijkt een alliantie te ontstaan tussen de Iraakse Koerden en de sjiieten die nu beiden de soennieten wantrouwen. Het slechte nieuws is dat dit de Iraakse soennitische stammen nog verder in de armen van IS zal drijven.