„Ferme taal Aboutaleb werkt averechts”
ROTTERDAM (ANP). Burgemeester Ahmed Aboutaleb en wethouder Joost Eerdmans van Rotterdam hebben te grote woorden gebruikt om duidelijk te maken dat extremisten in de havenstad niet welkom zijn. „Dit drijft mogelijke jihadstrijders alleen maar meer in de armen van radicalen”, zegt directeur Marianne Vorthoren van SPIOR. Dat is het vertegenwoordigend orgaan van moslimorganisaties in Rotterdam-Rijnmond.
Aboutaleb en Eerdmans maakten zaterdag in een opiniestuk in Trouw onomwonden duidelijk dat zij moslimextremisten afkeuren. Sterker nog, jihadisten uit de stad kunnen hun paspoort inleveren als zij kiezen voor de islamitische strijd, zo onderstreepte Aboutaleb zijn opinie zaterdag nog eens voor de camera’s. Donderdag vergadert de gemeenteraad onder meer over de publicatie.
Vorthoren vindt het vreemd dat Aboutaleb zulke harde woorden kiest, „want hij verklaart juist altijd de man te zijn die ‘zijn’ bevolking binnenboord wil houden. Dan is het gebruik van bijvoorbeeld het woord verraad in het opiniestuk niet de manier om jongeren die zich aangetrokken voelen tot radicalisme, de goede kant op te helpen. Die duw je dan juist van je af.”
Vorthoren en de 66 moslimorganisaties die bij SPIOR zijn aangesloten, veroordelen het extremisme: „Maar het is een feit dat sommige moslimjongeren worstelen met hun identiteit, zich hier niet altijd welkom voelen en dat er met twee maten wordt gemeten. Ook al is dat niet altijd zo, ze voelen dat wel zo. Met die mensen moet je juist in gesprek blijven om ze de andere kant te laten zien.”
Het stevig taalgebruik van Aboutaleb en Eerdmans maakt het ouders en grootouders van moslimjongeren die zich zorgen maken over de worsteling van hun kroost, ook niet makkelijker om problemen ergens aan te kaarten. „Als je denkt dat hun paspoort wordt afgepakt, ga je de officiële instanties niet gauw vertellen dat je kind mogelijk jihadist is.” De oproep aan extremisten hun paspoort te komen inleveren, verbaast Vorthoren, omdat het in Rotterdam juist zo goed gaat.