De NAVO nam het zogenoemde Readiness Action Plan (RAP) aan, aldus NAVO-topman Anders Fogh Rasmussen vrijdag op de tweede en laatste dag van de NAVO-top in Newport (Wales). Meer militairen uit andere NAVO-landen zullen vaker tijdelijk worden gestationeerd in bijvoorbeeld Polen of de Baltische staten. Ook zal daar vaker worden geoefend.

Onderdeel van het RAP is ook de supersnelle NAVO-interventiemacht, waaraan Nederland in 2015 met zo’n 200 man gaat meedoen. Deze „spits” van de bestaande NAVO-interventiemacht (NRF) moet bij conflicten binnen enkele dagen inzetbaar zijn. Zij helpt een nationaal leger van een NAVO-land dat wordt aangevallen. Deze zogenoemde flitsmacht gaat uit een paar duizend manschappen bestaan. De laatste jaren werd de NRF vooral gezien als een macht om buiten het NAVO-gebied crises te beteugelen.

De NAVO gaat niet over tot de permanente stationering van aanzienlijke gevechtstroepen uit andere NAVO-landen in Polen en de Baltische staten, hoewel deze landen daarop hadden aangedrongen. Het bondgenootschap houdt vast aan zijn verdrag met Rusland uit 1997, dat een dergelijke stap uitsluit. De NAVO lijkt daarmee de ruzie met Moskou niet op de spits te willen drijven, stellen waarnemers. „We gaan ons niet van het akkoord afwenden”, stelde Rasmussen.