Thein Sein ontmoet maandag koning Willem-Alexander en koningin Máxima. Ook spreekt hij met premier Mark Rutte.

De 69-jarige Thein Sein had een langdurige en succesvolle carrière in het leger achter de rug, toen hij president werd. Hij ging echter meer door voor een bureaucraat dan een ijzervretende militair. In 2003 werd hij onder de militaire dictatuur vicepremier. Vier jaar later volgde zijn benoeming tot premier. Om de eerste niet-militaire president van het land in het zuidoosten van Azië te kunnen worden trok hij zich in april 2010 uit het leger terug.

Bij zijn aantreden als president waren de verwachtingen niet hooggespannen. Niet alleen had zijn partij, de Verenigde Solidariteit en Ontwikkeling Partij, die de ondemocratische verkiezingen van 2010 had gewonnen, nauwe banden met het militaire bewind. Ook bleef zijn voorganger, dictator Than Shwe, de sterke man op de achtergrond. De prominente Myanmarese wetenschapper Aung Thu Nyein, noemde Thein Sein „perfect voor Than Shwe”. „Hij heeft een goed verleden, geen politieke agenda, geen hervormingsplannen en zal geen enkel initiatief nemen”, verwachtte hij.

Aung Thu Nyein was te pessimistisch. Thein Sein liet vele politieke gevangenen vrij. Ook werd de oppositiepartij NLD (Nationale Liga voor Democratie) van Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi gelegaliseerd. Barack Obama kon daarom als eerste zittende Amerikaanse president in de geschiedenis het land bezoeken. De enthousiast ontvangen Obama zei ervan overtuigd te zijn dat de hervormingen die Thein Sein wilde doorvoeren, de ontwikkeling van het land zouden stimuleren.

Een van de problemen waarvoor Thein Sein geen oplossing heeft weten te vinden, zijn de Rohingya, moslims die in het overwegend boeddhistische Myanmar als ongewenste vreemdelingen worden beschouwd. In 2012 braken hevige rellen uit tussen de Rohingya en boeddhisten in de westelijke staat Rakhine. Hele wijken met Rohingya werden in brand gestoken en ongeveer 90.000 Rohingya sloegen op de vlucht.