Een kledingrek met sjaals en djellaba’s. Op de muur erachter is de vlag van de jihad gekalkt. Zo ziet de kamer eruit van een van de opgepakte Nederlanders. De politie gaf er donderdag een foto van vrij.

De opsporingsdiensten hadden hen al langer in het vizier: de Marokkaans-Nederlandse Azzedine C. (alias Abou Moussa) en de autochtone Nederlander Rudolph H. (alias Abu Suhayb). De mannen van 32 en 24 jaar oud werden deze week in de kraag gegrepen. De verdenking: ronselen voor de jihad en het voorbereiden van moord of doodslag met een terroristisch oogmerk in het Midden-Oosten.

Beide mannen vormden een spil in het netwerk van Haagse jihadisten. „Het zijn grote vissen, ze speelden een belangrijke rol bij radicalisering en rekrutering”, zei burgemeester Van Aartsen van Den Haag donderdag toen hij de arrestaties bekendmaakte.

Van Aartsen had een speciale persconferentie belegd om het oppakken van de twee, samen met de 24-jarige vrouw van Azzedine C., wereldkundig te maken. Op 
de persbijeenkomst gebruikte hij stevige taal. „Ideologische pyromanen”, noemde hij de verdachten. Ook liet hij weten dat de Schilderswijk snakte naar aanhouding van de mannen.

Zelf snakte hij daar niet minder naar. Van Aartsen lag de afgelopen weken zwaar onder vuur omdat hij niet daadkrachtig genoeg zou hebben opgetreden nadat er tijdens demonstraties in zijn stad antisemitische leuzen werden geroepen. Het leek alsof Den Haag alles maar liet gebeuren.

Met de aanhouding van de drie verdachten kon de burgemeester eindelijk weer het initiatief naar zich toetrekken. Hij laat nu zien dat de stad jihadistische uitingen aanpakt. Door de arrestaties van twee hoofdrolspelers begint het net om de Haagse verdedigers van de Islamitische Staat in Syrië en Irak zich langzaam maar zeker te sluiten.

Een van arrestanten, Azzedine C., is tevens een hoofdrolspeler op de berucht geworden demonstraties in Den Haag waarbij met zwarte jihadvlaggen werd gezwaaid. Deze zomer hield C. onder meer een toespraak waarin hij leuzen schreeuwde die verwijzen naar een massamoord op de Joden van het Arabisch schiereiland, volgens de overlevering op bevel van de islamitische profeet Mohammed gepleegd. Het publiek scandeerde daarop: „Dood aan de zionisten!”

Uit een analyse van wat de twee opgepakte mannen op sociale media delen, blijkt ondubbelzinnig een haat tegen alles wat met Israël te maken heeft.

De twee maken duidelijk hoe brandhaarden in de rest van de wereld –Irak, Syrië, maar ook Israël en Gaza– in potentie een binnenlands veiligheidsprobleem kunnen worden.

Met de arrestatie van deze spilfiguren hoopt de politie dat het netwerk van jihadisten vanzelf uit elkaar valt. Of dat echt zo zal zijn, is moeilijk te voorspellen. Naar schatting minstens tientallen jongeren in Den Haag dragen actief dezelfde pro-IS-boodschap uit.

In ieder geval laat de arrestatie zien dat de tijd van afwachten voorbij is. Vanmiddag zou het kabinet met strakkere richtlijnen komen om radicaliserende moslims aan te kunnen pakken.

Zo is, tien jaar na de moord op Theo van Gogh door Mohammed B., de strijd tegen de jihad in Nederland opnieuw topprioriteit geworden.