Aan de proef doen 200 jongeren mee die sinds een halfjaar hun rijbewijs hebben. Ze moeten onder meer een vragenlijst over hun rijgedrag invullen en deelnemen aan groepsdiscussies. Verder krijgen zij bijscholing op een verkeersoefenterrein, waar ze onder meer een noodstop leren maken.

Het experiment is opgezet door het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland (ROVG), waarin onder meer de overheid, de politie en verkeersorganisaties ANWB en 3VO zitting hebben. „De proef is een tweede fase in de rijopleiding, die volgt op het behalen van het rijbewijs”, zegt projectleider G. Kern. In de tweede fase willen we jonge automobilisten wijzen op de risico’s van hun rijgedrag. Jonge weggebruikers vormen een grote risicogroep in het verkeer.”

Een slipcursus is geen onderdeel van de proef, zegt Kern. „Zo’n cursus kan jonge automobilisten het gevoel geven dat ze de auto beter beheersen. Daar gaan ze zich dan ook naar gedragen en dat willen we juist niet.”

De ANWB bestrijdt dit ten zeerste. In een slipcursus leren automobilisten een bepaalde techniek om de auto in een gevaarlijke situatie te beheersen. Het is volgens de woordvoerder niet de bedoeling dat ze leren lollig te doen. Hij vermoedt ook niet dat veel jongeren voor de gein in een slip willen raken.

De proef wordt komende zomer afgerond. De initiatiefnemers vergelijken dan het verkeersgedrag van de deelnemers met dat van jongeren die de proef niet hebben doorlopen. De resultaten gaan naar het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Vervolgens beslist de politiek of de tweede fase wettelijk wordt verplicht.

Een soortgelijke proef wordt gehouden in onder meer Frankrijk, Duitsland en België. De Europese Unie betaalt mee aan het experiment. Gelderland is vaker uitgekozen als toneel van experimenten op het gebied van verkeersveiligheid. Volgens Kern komt dat doordat de verschillende instanties goed samenwerken binnen het ROVG.