Saddam wordt ”krijgsgevangene”
De Verenigde Staten hebben de Iraakse oud-president Saddam Hussein (66) formeel tot krijgsgevangene verklaard.
Dat heeft een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Defensie vrijdag bekendgemaakt. Saddam Hussein werd op 13 december gevangengenomen nabij Tikrit.
Zegsman Michael Shavers van het Pentagon zei dat de voormalige president alle rechten heeft en krijgt die aan zo een status zijn verbonden volgens de Conventie van Genève voor krijgsgevangenen. De toekenning betekent niet dat de omstandigheden veranderen waaronder Saddam Hussein wordt vastgehouden.
„Waar het op neerkomt, is dat Saddam Hussein leider was van de strijdkrachten van het oude regime. Dat maakt hem dus tot een lid van het leger toen hij werd opgepakt. Dat maakt hem dus tot een krijgsgevangene”, aldus woordvoerder majoor Shavers. Hij kan nu terechtstaan voor oorlogsmisdaden.
Saddam Hussein heeft zijn ondervragers geen enkele bruikbare informatie verschaft, maar de koffer met documenten die bij zijn schuilplaats werd aangetroffen, heeft veel meer opgeleverd dan verwacht. Dat zei een functionaris van de Britse regering vrijdag. Volgens de functionaris, die op voorwaarde van anonimiteit sprak, nemen de Amerikaanse autoriteiten veel tijd voor de ondervraging van Saddam, in de hoop dat hij zich uiteindelijk niet meer bezwaard zal voelen om informatie los te laten. Tot nu toe verloopt de ondervraging echter weinig succesvol.
De Britse functionaris zei verder dat aanhangers van Saddam opereren in kleine groepen en ze er niet in zijn geslaagd een „gecoördineerde structuur” op te zetten bij het verzet tegen de Amerikaans-Britse bezetting van Irak.
Een moskee in de Iraakse stad Baquba ten noorden van Bagdad was vrijdag het doelwit van een aanslag. Zeker vijf, mogelijk zes mensen kwamen om het leven, tientallen personen raakten gewond. De bom voor de moskee ontplofte kort na het vrijdaggebed, het belangrijkste wekelijkse gebed voor moslims. Op straat voor het gebedshuis was het druk.
Bij het gebouw was een fiets met een gascilinder vol explosieven achtergelaten, stelde de politie vast. Toen de dienst voorbij was, explodeerde de lading. De bom deed ruiten springen en auto’s vlogen in brand.
De politie zei verder een bomauto onschadelijk te hebben gemaakt die 2 kilometer verderop voor een andere moskee geparkeerd stond. Die bom bestond uit drie artilleriegranaten en 150 kilo TNT en een op afstand bediende ontsteking. Door een fout in de bedrading was de bom niet ontploft.
De moskee wordt bezocht door sjiitische moslims, die in Irak in de meerderheid zijn, maar niet in de streek rond Baquba. Deze zogeheten soennitische driehoek ten noorden van Bagdad wordt voornamelijk bevolkt door soennitische islamieten. Waarnemers sluiten niet uit dat de aanslag terug te voeren is op spanningen tussen de sjiieten en soennieten, die oplaaiden na de val van de soennitische president Saddam Hussein.
De afgelopen maanden waren moskeeën vaker het doelwit van aanslagen. Door een explosie in augustus bij een sjiitische moskee in Najaf kwamen zeker tachtig mensen om, onder wie een belangrijke geestelijke. Eerder vielen negen doden door een bomexplosie bij een moskee in het soennitische Fallujah.
De soennitische driehoek geldt als de belangrijkste verzetshaard tegen de buitenlandse troepen in het land. In de regio was de steun voor Hussein het grootst.