Buitenland

De meeste Japanners hebben leren leven met aardbevingen

De inwoners van de Iraanse stad Bam werden deze maand ruw uit hun illusie van veiligheid gewekt toen een aardbeving hun stad en hun levens verwoestte. In megasteden, met nog veel meer mensen op een kluitje, zijn de gevolgen van aardbevingen nog ingrijpender. Japanners leven dagelijks met het gevaar van allesverwoestende aardbevingen. In Japan moet je leren leven met beven.

Van onze correspondent
9 January 2004 11:37Gewijzigd op 14 November 2020 00:52
KOBE – Een beeld van de ravage na de verwoestende aardbeving die de Japanse stad Kobe in 1995 trof. Foto EPA
KOBE – Een beeld van de ravage na de verwoestende aardbeving die de Japanse stad Kobe in 1995 trof. Foto EPA

Het is een ervaring die voor altijd in elke cel van het lichaam is geëtst van de mensen die het meemaakten, de vreselijke aardbeving die op 17 januari 1995 de Japanse stad Kobe trof. Nooit eerder werd een stad in de geïndustrialiseerde wereld getroffen door zo’n zware aardbeving. Ongeveer 6500 mensen lieten het leven. De angst voor een herhaling doolt altijd ergens in het achterhoofd van de overlevenden. Onopvallend, maar waakzaam.

De betekenis van een ramp verschilt per cultuur. Sommige Japanse boeddhisten geloven dat de schade afhankelijk is van het aantal goede daden van de voorouders. Hoe beter de voorouders zich gedroegen, des te minder problemen voor de nakomelingen.

Japanners die in het shintoïsme geloven zijn ervan overtuigd dat de god Susanoo tijdens een aardbeving zijn woede uit. De aardbeving in de Indiase staat Gujarat in januari 2001 schreven veel van de overlevenden toe aan een onvoorspelbare god. „Hij die geeft en hij die neemt”, zeiden ze.

Veel Japanners geloven in een voorbestemming. Hoe accepteer je dat niemand in een groot flatgebouw een schrammetje heeft behalve een baby, die het leven laat omdat een televisie op haar hoofdje valt? „Dat is voorbestemming”, zegt vrijwel elke Japanner, „dat was haar lot.” Ze zijn weliswaar diep bedroefd, maar ze accepteren het. „Shikata ga nai”, zegt de Japanner, „er valt niets aan te doen.”

De Amerikaanse antropologe Takie Lebra onderzocht in de jaren zeventig dit fatalisme in de Japanse cultuur en vond iets positiefs: „Fatalisme”, schreef zij, „is verbonden met de gedachte dat het geen zin heeft invloed uit te oefenen op iets dat al gebeurd is of zal gaan gebeuren. Dingen die al hebben plaatsgehad worden gezien als onomkeerbaar. Het is daarom dwaas om te betreuren hoe iets is verlopen, omdat je de klok niet kunt terugdraaien.”

In een Japans onderzoek naar de psychische gevolgen van de aardbeving in Kobe werd duidelijk dat veel overlevenden door de aardbeving hun fatalistische houding bevestigd zagen. In een interview met de Japanse wetenschapper Ikeno zegt een 74-jarige vrouw: „Ik vraag mezelf altijd af: Waarom stierf ik niet in die aardbeving? Weet je, niemand maakt zich zorgen over een oud mens zoals ik. Ik ga waarschijnlijk naar een bejaardenhuis en sterf daar. Dat is okay. Ik verwacht niets. Ik wil enkel dood.”

In de Japanse cultuur ontvang je bij een ramp steun van je gezin, niet van vreemden. Buitenstaanders om steun vragen wordt nauwelijks geaccepteerd. Daarom zijn er weinig psychiaters en sociale hulpverleners in Japan. Je valt iemand buiten je familiekring niet lastig met je eigen problemen.

„Ik wil geen hulp vragen aan anderen”, zei de 61-jarige huisvrouw Nakanishi kort na de aardbeving van 1995 in Kobe. „Het is immers niet hun fout. Ik moet het gewoon ondergaan en geduld hebben. Ik wil nergens over klagen. Ik geloof dat nieuwe kansen dan vanzelf komen.”

Vrijwel iedereen in Japan is opgegroeid met aardbevingen. Tegen de tijd dat iemand in Tokio volwassen is, heeft die persoon vele honderden aardbevingen meegemaakt die duidelijk voelbaar waren. Dat heeft effect op een mens.

Vergelijkende onderzoeken tonen dat Japanners banger zijn voor aardbevingen dan bijvoorbeeld Amerikanen in Californië, waar ook verwoestende aardbevingen plaatshebben. De Amerikaanse wetenschappers Palm en Carroll vonden in 1994 dat Japanners zich het meest zorgen maken over aardbevingen en milieuvervuiling. Amerikanen zijn vooral bezorgd over misdaad en het uiteenvallen van het gezin. Over het laatste maken Japanners zich nauwelijks zorgen.

Diezelfde onderzoeken tonen aan dat ondanks die grote angst de gemiddelde Japanner minder goed voorbereid is op aardbevingen. Palm en Carroll ontdekten dat meer dan twee keer zo veel Californiërs (bijna 80 procent) dan Japanners voedsel en water hadden opgeslagen en verzekeringen tegen aardbevingen hadden afgesloten. „Japanners zijn dus banger en tegelijkertijd minder goed voorbereid.”

De 47-jarige Tomomi Mafune beaamt dit. Hij woont in Tokio en ervaart bijna elke maand een aardbeving die hij kan voelen, maar hij heeft nog nooit een aardbeving meegemaakt zoals die in Kobe. „Ik ben echt bang voor aardbevingen. Ik ben opgegroeid met schoolboeken die vol stonden met foto’s van de grote Kanto-aardbeving van 1923. Die indrukken gaan je niet in de koude kleren zitten.” Maar Mafune is ook fatalistisch. „Zelfs als je volledig bent voorbereid, is er geen tijd om te vluchten. Je kunt niet vluchten omdat je weet dat er een aardbeving gaat komen. Aardbevingen zijn immers niet te voorspellen.”

Dat fatalisme maakt dat Mafune nauwelijks voorbereid is. „We heb altijd voldoende noodvoorraden voor twee dagen: achttien liter water, voedsel en zo. Maar ik heb bijvoorbeeld geen batterijen voor mijn zaklamp. En hoewel onze tuin groot genoeg is om daar een evacuatieruimte te maken doe ik dat niet. Er is altijd dat gevoel van: Ach, die grote aardbeving komt toch niet.” Het is een duidelijke ontkenning van dreigend gevaar. Een ontkenning die zo’n beetje elke Japanner dagelijks met zich meedraagt. „Als je elke dag afvraagt wanneer die aardbeving komt”, legt Mafune uit, „kom je niet meer aan leven toe.”

Deze reactie is niet typisch Japans. De Amerikaanse wetenschappers Lehman en Taylor beschreven in 1988 dat individuen die gevaar lopen, de dreiging ontkennen. Volgens hen toont dat aan dat mensen natuurrampen ervaren als iets waaraan je niet kunt ontkomen.

Zelfs de overlevenden in Kobe maken gebruik van deze ontkenningsstrategie. „Omdat we die enorme aardbeving in 1995 hadden heb ik het gevoel dat we tientallen jaren geen aardbeving meer zullen hebben”, zegt Mineko Ogino (49). „Ik maak me er geen zorgen over. Elke keer als er een kleine aardbeving is, herinner ik me natuurlijk die angst van toen. Twee maanden geleden hadden we een aardbeving waarbij je duidelijk een grote klap hoorde. Ik hield toen echt mijn adem in. Maar na tien minuten was ik het weer vergeten.”

Toch heeft de ervaring van 1995 wel sporen nagelaten bij Ogino. „Mijn waarden zijn veranderd. Ik hecht niet meer aan dingen. Vroeger vond ik het vreselijk om bepaalde dingen kwijt te raken. Maar het meeste kun je gewoon weer kopen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer