De bevindingen van de twee organisaties kwamen ter sprake op een vergadering in Genève die tot vandaag duurde. Vertegenwoordigers van regeringen en ontwikkelingsorganisaties praten daar over de vraag wat er nog moet gebeuren om zaken die met volksgezondheid in derdewereldlanden samenhangen op een hoger niveau te brengen.

De bijeenkomst in de Zwitserse stad draait om de zogeheten Millenniumdoelen. Dit is een reeks afspraken die in het jaar 2000 in VN-verband zijn gemaakt om de armoede te bestrijden en het welzijn van honderden miljoenen mensen te verbeteren. De bedoeling is dat de armoede in het jaar 2015 met de helft is verminderd. Een aantal Millenniumdoelen heeft betrekking op gezondheidszorg, zoals de bestrijding van honger en ziekte.

Volgens de Wereldbank en de WHO is de bestrijding van kindersterfte in Afrika nog een groot probleem. In 2015 moet het aantal kinderen dat voor het vijfde jaar overlijdt, met tweederde omlaag zijn gebracht. Zoals het er nu naar uitziet, zal geen enkel land ten zuiden van de Sahara daarin slagen. Van alle ontwikkelingslanden tezamen ligt niet meer dan 16 procent op koers.

Een ander voorbeeld is de sterfte onder vrouwen rond de zwangerschap. Dat aantal is nog veel te hoog, zeker in Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied. Het gevaar bestaat dat andere Millenniumdoelen, zoals verbetering van het onderwijs, in de knel komen nu het met de gezondheidszorg nog niet wil vlotten.

Volgens de twee organisaties moet er meer geld beschikbaar komen, maar is dat alleen niet voldoende. President James Wolfensohn van de Wereldbank benadrukt dat het geld dat er wel is efficiënter moet worden gebruikt. Levering van adequate gezondheidszorg in ontwikkelingslanden is vaak ingewikkeld. Er moet zekerheid zijn dat de juiste hulp de armste mensen bereikt. Rijke landen moeten hun hulpactiviteiten beter op elkaar afstemmen, aldus de Wereldbank en de WHO.

Een probleem is dat veel landen een afwachtende houding lijken aan te nemen. WHO-directeur Lee Jong-wook wijst erop dat de Millenniumdoelen het resultaat zijn van een brede consensus onder 189 landen. „In zo’n situatie bestaat het gevaar dat iedereen op elkaar gaat wachten. We hebben nog de tijd om deze valkuilen te vermijden, maar daarvoor moeten we nu wel in actie komen”, aldus de WHO-directeur.