Er is niets gevonden dat ontmanteld moet worden. Talrijke speurders naar massavernietigingswapens in Irak hebben inmiddels andere taken gekregen.

Washington heeft praktisch de hoop opgegeven nog iets aan te treffen dat de redenen voor de aanval in maart onderbouwt.

De veronderstelde bewapening van Irak met massavernietigingswapens was de officiële reden waarom Washington en Londen het land in maart aanvielen. Een woordvoerder van het Witte Huis beklemtoonde donderdag dat er nog steeds Amerikanen in Irak belast zijn met het zoeken naar de omstreden wapens.

De gezaghebbende Amerikaanse denktank Carnegie Endowment for International Peace stelde donderdag dat er geen overtuigend bewijs is geleverd dat Irak massavernietigingswapens bezat en evenmin dat er banden zijn geweest tussen het Iraakse regime en terroristen. Regeringsfunctionarissen in Washington hebben daarom systematisch een verkeerde voorstelling van zaken gegeven, zo stelt de instelling.

Alle negen inzittenden van een militaire helikopter zijn donderdag omgekomen toen het toestel door nog onopgehelderde omstandigheden bij Fallujah neerstortte. Het is waarschijnlijk neergehaald in deze streek van fel anti-Amerikaans verzet. Begin november schoten opstandelingen bij de stad ook al een helikopter uit de lucht, waardoor zestien Amerikaanse militairen om het leven kwamen. Ook op 2 januari haalden guerrillastrijders bij Fallujah een helikopter neer. Daardoor werd één Amerikaan gedood.

Elders verloor één Amerikaan het leven en raakten er voorts 34 gewond bij een beschieting op woensdagavond. Ongeveer zes projectielen sloegen in op of bij de basis Seitz, ten noordwesten van Bagdad, zo staat in een verklaring van het Pentagon.

Donderdagmorgen moest een militair vrachtvliegtuig terugkeren naar de luchthaven van Bagdad omdat een van de vier motoren door vijandelijk vuur werd geraakt. In het grote toestel van het type C5 zaten elf bemanningsleden en 52 militaire adviseurs.

Amerikaanse troepen in Irak hebben de afgelopen nacht ook invallen gedaan in woningen en winkels in Tikrit. De operatie was bedoeld om de woonplaats van de verdreven president Saddam Hussein te zuiveren van verzet.

Ongeveer 300 militairen vielen binnen in tevoren bepaalde percelen. Zij hielden dertien mensen aan van een lijst van achttien verdachten die betrokken zouden zijn bij aanvallen op de troepen die Irak bezetten.

„Het was een goede nacht”, zei luitenant-kolonel Steven Russell tegen de pers na de operatie. De invallen vonden plaats tijdens het uitgaansverbod, dat van 23.00 tot 04.00 uur geldt in de stad. „Als gevolg hiervan zal Tikrit morgen veiliger zijn”, aldus de militair.

De militairen vonden in de doorzochte panden onder meer draadloze deurbelsets, die vaak worden gebruikt om bommen te laten ontploffen. Ook is een grote hoeveelheid valse legitimatiepasjes van de Iraakse politie gevonden en apparatuur waarmee die waren vervaardigd.

De komende maanden worden ongeveer 130.000 Amerikaanse soldaten vervangen door 110.000 verse manschappen. De meeste militairen hebben er een jaar dienst in Irak en omliggende langen op zitten.

Het Pentagon heeft de terug te keren troepen een bonus van 10.000 dollar in het vooruitzicht gesteld als ze er nog een jaar aan vast plakken, maar slechts een klein deel van de militairen is op dat aanbod ingegaan. Onder de nieuw uitgezonden militairen zitten veel leden van de National Guard en de National Reserve, de Amerikaanse reservistenmacht. Die zijn in de regel lichter bewapend en zullen meer dan hun collega’s uit het ’gewone’ leger worden ingezet voor ordetaken.

Washington hoopte enkele maanden terug nog dat een grote internationale vredesmacht de taken van het Amerikaanse leger in Irak over zou nemen, maar die hoop is ijdel gebleken, mede door het ontbreken van een akkoord tussen de VS en de Verenigde Naties over de politieke en sociaal-economische opbouw van Irak.