Washington wil een herziening van het vonnis van vorige maand van een federaal gerechtshof, dat bepaalde dat de vermeende terrorist José Padilla moet worden vrijgelaten. Hij wordt ervan verdacht dat hij een aanslag in de VS wilde plegen met een zogenoemde ’vuile bom’. De Amerikaan zit als ’vijandelijke strijder’ al anderhalf jaar in een militaire gevangenis in South Carolina, zonder dat hij formeel is aangeklaagd of een advocaat heeft mogen spreken. De rechters bepaalden in december dat de regering niet het recht heeft een Amerikaanse burger die in de VS is opgepakt als ’vijandelijke strijder’ vast te houden.

Die uitspraak is strijdig met een eerder vonnis over Yaser Esam Hamdi. Die Amerikaan werd in Afghanistan als Taliban–strijder opgepakt en eveneens in de VS opgesloten. Hij zit al veel langer vast, maar heeft bij wijze van uitzondering wel contact mogen opnemen met een advocaat. Een uitspraak van het hooggerechtshof moet ook een eind maken aan zulke ongelijkheid.