KIEV (ANP). Leider Pieter-Jaap Aalbersberg van de repatriëringsmissie verwacht dat de veiligheidssituatie naar en bij de rampplek de komende dagen niet zal verbeteren. Hij zei dat woensdag tijdens een persbriefing.
„Daardoor lijkt de kans kleiner dat we op korte termijn op de rampplek kunnen komen. Er zijn te veel gevechten en beschietingen over en weer die onze mensen verhinderen om door het gebied te reizen”, concludeert Aalbersberg. „De experts moeten in een veilige omgeving kunnen werken. Door al de beschietingen is dat op dit moment niet mogelijk. Dit is de realiteit en daar moeten we het nu helaas mee doen.”
Aalbersberg: „Via intensief overleg met de OVSE, de Oekraïense en Australische autoriteiten blijft het team proberen veilige toegang te krijgen tot de rampplek. Donderdag wordt toch na overleg met de OVSE weer een poging gedaan de rampplek te bereiken. Natuurlijk is dit afhankelijk van de veiligheidsanalyse.”
„We zitten in een ingewikkelde situatie”, benadrukt Aalbersberg. „We blijven onderhandelen met de OVSE om zo snel mogelijk toegang tot de rampplek te krijgen. Ons doel is en blijft om de stoffelijke overschotten en persoonlijke bezittingen terug te brengen naar de nabestaanden.”
Dat de pro-Russische rebellen mijnen hebben gelegd op de toegangswegen naar het rampgebied, heeft de leider van de missie nog niet bevestigd gekregen. Dit is volgens hem nu wel een groot onderdeel in de veiligheidsanalyse. Maar het betekent niet direct dat er geen gang naar de rampplek mogelijk is. „Beide partijen zorgen in zo’n geval voor ons. De separatisten doen dat in het gebied dat zij beheersen.”
Woensdag is er overleg geweest met de Maleisische autoriteiten. Daarin is besloten om ook de 68 Maleisische experts te integreren in de repatriëringsmissie. De missie is daarmee uitgebreid tot een team met specialisten uit Nederland, Australië en Maleisië.