De internationaal gerenomeerde fotografe werd in 1923 in Graz geboren. Na een talenstudie in Berlijn stortte zij zich op de journalistiek. Via fotograaf Ernst Haas kwam zij in 1951 bij het wereldberoemde fotopersagentschap Magnum terecht als redacteur.

Hier schakelde ze over van het woord op het beeld. Ze werkte onder meer als assistent van de Franse fotograaf Henri Cartier-Bresson. Zijn invloed is in haar later werk terug te vinden. In 1955 werd ze als fotograaf lid van het Magnum-collectief. In 1962 trouwde ze met de Amerikaanse toneelschrijver Arthur Miller en nam ze de Amerikaanse nationaliteit aan.

Naast reisreportages werd ze vooral bekend door haar portretten van kunstenaars zoals Henry Moore, Jean Cocteau en Marilyn Monroe. Morath was nooit op zoek spectaculaire gebeurtenissen, maar probeerde altijd het menselijke aspect en het alledaagse op beeld vast te leggen.

Veel van haar werk verscheen in boekvorm. Verder werden haar foto’s veelvuldig tentoongesteld in museau over de hele wereld. Ze werd onder meer onderscheiden met een eredoctoraat van de University van Connecticut en de Oostenrijkse Staatsprijs voor Fotografie.

Morath bleef tot het eind van haar leven fotograferen. Haar laatste project wijdde ze aan de slachtoffers van de aanslagen van 11 september op de torens van het World Trade Center in New York. Zij wilde een boek maken over de privé-monumentjes die mensen op de plek des onheils oprichtten om nabestaanden en geliefden te herdenken.