Rechter VS: Doodstraf tegen de grondwet
BRUSSEL (IPS). Een federale rechter heeft de doodstraf in de staat Californië ongrondwettig verklaard, omdat de uitvoering van de straf te lang op zich laat wachten en te willekeurig is. Verwacht wordt dat het vonnis munitie zal geven aan tegenstanders om ook in andere staten rechtszaken aan te spannen.
In de staat Californië zijn sinds de herinvoering van de doodstraf in 1978 zo’n 900 mensen veroordeeld tot de doodstraf, maar slechts dertien zijn er terechtgesteld. Het resultaat, oordeelt rechter Cormac J. Carney, „is dat voor de meeste veroordeelden een systematische vertraging hun executie zo onwaarschijnlijk heeft gemaakt dat de doodstraf die met zorg en overweging is opgelegd door de jury, in stilte is omgevormd tot een straf die geen enkele rationele jury of wetgever zou opleggen: een leven in de gevangenis met de verre kans op een terechtstelling.”
Een dergelijke straf is niet alleen onmenselijk, argumenteert de rechter, maar komt ook neer op willekeur. „Terechtgesteld worden in een dergelijk systeem, waar zovelen veroordeeld worden maar slechts enkelen echt worden geëxecuteerd, is een schending van de meest fundamentele beschermingen in een rechtstaat: dat de overheid niet arbitrair de ultieme straf van de dood mag opleggen.”
Mensenrechtenorganisaties zijn opgetogen over het vonnis. „De gerechtigheid gebiedt ons om deze poppenkast voor eens en altijd te beëindigen”, zegt Matt Cherry van de organisatie Death Penalty Focus in een reactie.
De kans is groot dat er ook in andere staten gelijksoortige processen worden aangespannen. Al meer dan een derde van de staten heeft de doodstraf afgeschaft.